Ohïjs, G. J. de Sitter en Dr. T. K. M. von
Baümhauer, aan de beurt van aftreding.
Zij allen werden door den Gemeenteraad als
zoodanig herkozen en lieteu zich de benoeming
welgevallen. Den 9en November bevorens was
het Lid, de heer H. E. de Bruijn, na eene
langdurige ziekte overleden, en liet de her
innering achter van een ijverig en bekwaam
liddie met hart en ziel het Middelbaar Onder
wijs was toegedaan geweest. In zijne plaats
benoemde de Raad den heer Mr. F. D. F.
Luijken Glashorst die deze opdracht wel
willend aannam.
De Commissie van Toezicht
C. M. HENNY,
Voorzitter.
G. J. DE SITTER,
Secretaris.
bijlage e.
Aan
Ileeren Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Zutphen.
De Gezondheidscommissie alhier heeft de eer, ter vol
doening aan art. 9 harer verordening, aan Burgemeester
en Wethouders van de gemeente Zutphen het verslag aan
te bieden van hare verrichtingen gedurende het jaar 1878.
Het is der Commissie aangenaam het verslag omtrent
hare werkzaamheden te kunnen aanvangen met de mede-
deeling, dat de openbare gezondheidstoestand in deze
gemeente gedurende het afgeloopen jaar in het algemeen
bevredigend was en dat, uitgezonderd eenige op zich zelf
staande gevallen, de bevolking van epidemische ziekten
verschoond bleefzoodat de Commissie niet noodig heeft
geoordeeld daaromtrent bizondere maatregelen voor te
stellen.
De Commissie hield dit jaar weder hare aandacht ge
vestigd op den toestand van het drinkwater uit de
openbare pompen hier ter stede. Omtrent een hernieuwd
onderzoek naar den toestand van het water nit pomp
N° 35 aan den Paardenwal had de Commissie de eer
d° 7 October 1878 eene missive aan H.H. Burgemeester
en Wethouders te doen toekomen met verzoek maatregelen
te willen nemen tot verbetering van die pomp. De Com
missie ontving daarop van UEd. Achtb. een schrijven
inhoudende de mededeeling dat maatregelen ter verbetering
van het drinkwater aan den Paardenwal zouden genomen
18
Zi JTPHEN
t3 Maart 1879.