f h/£uJ 8 13 Diverse stukken als brieven, rekeningen enz. rakende kloosters en andere stichtingen. X Wijders werden de navolgende geschenken ontvangen, als: 1 Van nu wijlen den oud-Burgemeester 0. L. Graaf VAN LIMBURG STIRUM: Stamtafel der Graven van Limburg Stirum. 2 Van den heer F. MOORREES'te Vianen: Zijne gehouden voorlezing over J. F. Martinet, naar zijne brieven aan H. G. van Breugel. NB. Dit geschenk staat in verband met de reeds vroeger door den heer Moorrees aan het archief geschonken bedoelde brieven. 3 Van het GEM. BESTUUR van DORDRECBT: Inventaris van het archief dier gemeente. 4 Van HH. GEDEP. STATEN van ZEELAND: Vervolg van den Inventaris van het oud-archief dier provincie. Terwijl werden aangekocht 1 P. O. v. d. Chijs. De- munten der voorm. Heeren en Steden van Gelderlandvan de vroegste tijden tot aan de pacificatie van Gent. Haarl. 1853. 2 Beschrijving van vroegere Nederl. gemeente-zegels, in het Rijks-archief en ook elders bewaard, 's Grav. 1878. 3 De Voogt. Bijdrage tot de numismatiek van Gel derland. Arnh. 1867/79. 2. st. met afbeeldingen van oude Geld. munten. Bij het afgraven van den wal achter de ruïne en tusschen deze en de voormalige Laarpoort werden gevonden ver schillende kogels. Van elk kaliber werden een of twee exemplaren naar het museum overgebracht. De Munten waren niet talrijk en bestonden uit: een koperen muntstuk van 1579, moeilijk herkenbaar; een ditozonder jaartalvermoedelijk een munt van David van Bourgondië; een dito, zonder jaartal, hoogstwaar- 9 sckijnlijk van Franscheu oorsprong; een stuiver van Zutphen 1628; Duiten van stad Utrecht, 1797 en 1786, der prov. Zeeland 1778, prov. Overijssel 1765 en 1767, prov. Gelderland 1686, prov. Friesland 1689; 3/t stuber van Keulen 1759; en zilveren munten van SpanjeDeven ter en Hasselt. Verder ontving het Museum de navolgende geschenken als: 1 Van den heer mr. J. F. B. van HASSELT alhier, een metselsteen, met de voorstelling van Christus aan het kruis en aanbidders, in 1822 nabij het huis Empe in de overblijfselen van een torentje gevonden. 2 Van den heer E. G. VOLKERSZ een oude Zut- phensche duit. 3 Van den heer H. J. van de WETERING een fraai Zutphensch zesstuiverstuk 1688. Van den heer W. J. E. SMISSAERT. bij Haarlem, een zilveren Geld. Zutph. muntstuk van 1796. Zeer zeldzaam, hebbende aan de eene zijde het beeld van Mercurius met omschrift: »Peeunia Commerciorum pulcrum," en aan de keerzijde het wapen van Gelderland, waaronder: Monetae Gelso-Zutphanicae Judicio III, 1796. 4 Van wijlen den heer Q. WILLEMSEN: een Zut- phensche gulden van 1687, een dito zesdehalf en een dito duit. 5. Van den heer P. F. C. BRüNINGS alhier, eene restant-obligatie van het koningrijk der Nederlanden, kapitaal 0,03. Voorts van ongenoemden of door overname verkregen: een gulden van 1714; een munt uit de 15e eeuw van Graaf Jan van Arkel een munt van Nijmegen, zoogenaamd vier myterstuk uit de 16e eeuw; een stuiverstuk van West-Friesland van 1675; diverse duiten van verschillende steden en provinciën; y, 4* i f i" r>\ /l. h'/l'*/

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1878 | | pagina 45