1583
15
9
1584
3
2
1585
8
5
1586
40
14
1587
7
1
1588
12
3
1589
9
2
1590
3
geen.
1591
9
geen.
(1544—1591) onbekende
dagteekening.
435
187
Om te voorkomen dat in het vervolg dergelijke be
schadiging die niet zou geschied zijn, als de schappen
den muur niet hadden geraakt, en het water vrij naar
beneden had kunnen afvloeienmeer plaats greepzijn
zij in vele kasten afgezaagd en versmald.
Een zeer gewichtig, maar langwijlig en vervelend werk
werd in 1878 ondernomen en ten uitvoer gebracht, n. 1.
het schoonmaken van archief en bibliotheek dat nog nooit
gebeurd was sinds de tegenwoordige lokalen in gebruik
waren genomen.
Met de uiterste zorgvuldigheid werd dit werk onder
de leiding van en voor een zeer groot gedeelte door den
heer van de Velde volbracht. Dit werk was des te
moeilijker omdathetgeen op zich zelve een goed teeken
was, de ruimte allengs te gering wordt. Om daarin te
voorzien werd een gedeelte der boekeninzonderheid de
banden met oudere Staatscouranten naar den zolder over
gebracht. Van de gelegenheid werd ook gebruik gemaakt,
om verschillende paketten van andere omslagen te voor
zien en alles op nieuw te nummerenterwijl ook de
inventaris geheel vernieuwd en er een vervaardigd werd
(91
5
voor het wel nog steeds in staat van kindschheid verkeerende,
maar toch telkens, en inzonderheid in dit jaar, in belang
toenemend museum. De glazen kast, die hoofdzakelijk
tot de bewaring daarvoor dientbegint echter ook aan
het gebrek van te klein worden te lijden en is voor de
sterk aangegroeide verzameling van munten en penningen
eene zeer ongeschikte bewaarplaats. Een muntkastje is
een groote behoeftewaarin niet te spoedig voorzien kan
worden. Het is dan ook de wensch van den archivaris
dat hij er spoedig een moge bezitten.
Daarin geholpen door den heer Baron van Heeckeren
van de Heest, werd het laatst gedeelte der stukken, die
nog onbeschreven waren geblevenen welker geheel aan
tal ongeveer 1400 had bedragen, beschreven en in daarvoor
aangekochte dozen opgeborgen.
Hoewel het meerendeel dier stukken van een betrekke
lijk gering gewicht was, zijn er toch onder wier kennis
van belang mag genoemd wordenzoo voor de geschiedenis
en kennis der plaatselijke gesteldheid der stad, als van
zeden en gewoonten en gebruiken en soms ook van ge
slachtskunde.
Thans zijn de heer van Heeckeren van de Heest en de
Archivaris bezig aan het nazien en beschrijven van stukken
meest op de kerken en gestichten betrekking hebbende,
die wel vroeger nagezien zijn en gebracht in de afdeeling
waartoe zij behoorenmaar wier eigenlijke beschrijving
nog niet heeft plaats gehad. Dat dit wederom een werk
van ltuigen duur zal zijnbehoeft nauwelijks verzekerd
te worden.
Naar aanleiding van een brief van Prof. Willi. Mantels
stads-bibliothecaris te Lubeckvoorzitter van het Hansische
Geschichts Yerein, van 8 Mei j. 1. heeft de gemeente
zich op nieuw voor vijf jaren verbonden om jaarlijks f 5
aan het Yerein toe te leggen, waarvoor door haar de
Getal beschadigde
Jaartal.
Aantal stukken.
stukken.