10
hoewel gunstiger dan in het jaar 1877, konden toch nog
niet wijzen op groote resultaten van het onderwijs. Aan
eene school, waar het verzuim zoo groot is als aan deze
zullen de resultaten echterniettegenstaande de beste
leiding en de grootste opgewektheid bij het geven van
het onderwijs, zoowel bij Hoofd- als hulponderwijzers,
nooit onder de meest bevredigende kunnen worden ge
rangschikt.
Over de bijzondere scholen zouden wij na hetgeen reeds
hier en daar vooraf is gegaan desnoods kunnen zwijgen
echter pjeenen wij nogmaals te moeten wijzen op het
geheel onvoldoend onderwijzend personeel aan de R. K.
school. Hoewel wij daarop geen invloed kunnen uitoefenen,
meenden wij ons oordeel daaromtrent in dit verslag niet
te mogen verzwijgen, hopende dat het iets moge bijdragen
om daarin, in het belang dier inrichting zelve, eenige
verbetering aan te brengen. Wij toch vragen aan ieder
deskundige, of aan eene school als deze, eigenlijk uit
twee parallel-klassen voor Lager onderwijs bestaande, ter
wijl daarbij tevens nog het meer Uitgebreid Lager onder
wijs is gevoegdeen personeel van een Hoofd- met twee
hulponderwijzers kan worden geacht voldoende te zijn.
Ook aan de Christelijk Nationale school kan, het aantal
leerlingen in aanmerking genomenna de invoering van
het meer Uitgebreid Lager Onderwijs ook op de dagschool,
het onderwijzend personeel, bestaande uit een Hoofd-en
drie hulponderwijzers, onzes inziens niet voldoende ge
noemd worden.
Ten slotte wenschen wij Mejuffrouw van der, Hoeven
een weinig meer stabiliteit in haar hulppersoneel toe. Bij
het voorjaarsbezoek maakte de Subcommissie kennis met
de in Februari 1878 gekomen hulponderwijzeres, en ziet,
bij het najaarsbezoek was deze al wederom door eene
andere vervangen. Eene zoo onophoudelijke verandering
11
kan onmogelijk gunstig werken op den gang van het
onderwijs.
De normaallessen werden in het afgeloopen jaar succes
sievelijk bezocht door 60 kweekelingen, waaronder 7 Rijks-
kweekelingenen 23die buiten de Gemeente woonachtig,
alleen des Zaterdags de lessen bijwoonden. In de maand
April werd door 4, in de maand October door 5 het
examen als hulponderwijzer of hulponderwijzeres met
gunstig gevolg afgelegd. Het op 2 Juli 1878 gehouden
examen op de normaalschool werd op uitnoodiging van
den Districtsschoolopziener door eenige leden onzer Com
missie bijgewoond. Hoewel de totaal-indruk daarvan be
komen niet ongunstig kan genoemd wordenmeenen wij
den wenschdat het onderwijs in de kennis der natuur
worde opgedragen aan een onderwijzer, die van dit vak
eene meer speciale studie heeft gemaaktniet te mogen
weerhouden.
Groot was de mutatiedie er plaats had in den boezem
onzer Commissie zelve. Door vertrek uit de Gemeente
vroegeu in de maand Maart de heer J. Goedhart, bij
de periodieke aftreding op 1 Januari jl. Dr. J. van
der Elst, hun eervol ontslag als leden der PI. School
commissie; beiden werd het door den Raad op de
meest eervolle wijze verleend. Hoewel de dank der
commissie voor de wijze, waarop die leden steeds als
zoodanig de belangen van het onderwijs in deze Ge
meente hebben behartigd, hun reeds persoonlijk kenbaar
werd gemaakt, achten wij het toch vau onzen plicht
hier nogmaals openlijk de verdiensten dier beide heeren
uit te spreken.
Ter vervanging des eerstgeuoemden werd door den Raad
benoemd Jhr. mr. D. W. van Andringa de Ivempenaer;
in de plaats van Dr. van der Elst werd Dr. A. H. van
Andel gekozenterwijl bij de periodieke aftreding op 1