Dr. Kroon, voor de van alle zijden komende belang stellenden gebonden werden hem de gevoelens van sympathie en waardeering van de zijde der Plaatselijke Schoolcommissie bij monde van haren Voorzitter kenbaar gemaakt. Ten slotte dient nog vermeld de totstandkoming der nieuwe wet op het Lager Onderwijs. Hoewel de be krachtiging door Z. M. den Koning reeds dagteekent van 17 Augustus jl. moeten wij ons thans nog bepalen tot de bloote vermelding der aanneming, hopende in een volgend verslag iets over de voorbereiding tot hare in voering, die waarschijnlijk 1 Januari 1880 zal plaats hebben, te kunnen mededeelen. Moesten we in ons voorgaand verslag verschillende min of meer diep ingrijpende veranderingen en verbeteringen in de inrichting van eenige Scholen vermelden; op dat gebied valt thans niets te zeggen. Onze commissie achtte het niet raadzaam, mocht zich al hier of daar iets ter verandering voordoen, daaromtrent met het oog op de te verwachten invoering der nieuwe wet eenig voorstel te doen. Het was ook daarom dat zij tot nu toe zich onthield eenig advies te geven op een door den Raad der Gemeente in hare handen gesteld adres van de alhier gevestigde afdeeling der vereeniging voor volksonderwijs, verzoekende ook des Zaterdagsmorgens school te houden op die scholenwaar zulks thans niet het geval isevenals op een daarop betrekking hebbend request van de Hoofd onderwijzers dier scholen. Ons oordeel over de gebouwen der Openbare en Ge subsidieerd-Bijzondere Scholen kan niet anders dan gunstig zijn. Moesten wij in ons vorig verslag nog wijzen op eenige gewenschte veranderingen aan te brengen in de lokalen van de 2de Openbare School, thans mogen wij constateeren dat die in den loop van het jaar 1878 grootendeels zijn aangebracht. De ventilatie in een der lokalen laat echter nog steeds te wenschen over. Ook moeten wij, wat de 4e Openbare School aangaat er op wijzen dat het ons wensclielijk voorkomt dat aldaar eene verdeeling in drie lokalen worde aangebracht, het geen door de splitsing van het grootste lokaal in tweeën gemakkelijk zal kunnen geschieden. Mat de Bijzondere Scholen aangaat dienen wij in de eerste plaats te vermelden dat de in ons vorig verslac reeds in het verschiet gestelde overbrenging van de school van Mejuffrouw van der Hoeven naar het vroegere woonhuis der Hoofdonderwijzeres aan de le Openbare School, op 1 Mei heeft plaats gehad. Eene groote ver betering heeft daardoor die school ondergaan, daar toch de thans in gebruik zijnde lokalen verre in doelmatigheid de vroegere overtreffen, ofschoon de verlichting ook in de nieuwe te wenschen overlaat. Door eene weldra in te voeren verandering in de inrichting van het Onderwijs aan de school van den Heer Kouwenaar zal waarschijnlijk het aantal leerlingen aldaar aanzienlijk verminderen. Wij hopen echter dat zulks geen reden voor den onderwijzer zal zijn om er minder op bedacht te wezen zijne school in een ander gebouw te vestigen, daar het lokaal, dat in gebruik zal blijven, geenszins gezegd kan worden aan de eischen van een goed schoollokaal te voldoen. De netheid der lokalen en de toestand van het ameuble ment der Katholieke school kunnen nog steeds niet anders dan hoogst onbevredigend genoemd worden. Het aantal kinderen, dat in 1878 de lagere scholen bezocht, blijkt uit den volgenden staat.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1878 | | pagina 33