84 b. Buitenlandsche handel. De invoer van Granen was aanzienlijk. Evenzoo de uitvoer van "Wijnen, Spek en Gedistilleerd naar Oost-Indiëen van Papier naar Oost-Indië en België. c. Scheepvaart langs de rivieren, kanalen en vaarten. In 1876 hebben aan de IJsselkade gelost: 738 schepen, metende 43667 tonnen, geladen: 172 10984 Op de Berkel hebben voor deze stad gelost: 730 schepen. geladen: 820 d. Werven en scheepsbouw. Op de éénige alhier bestaande Scheepstimmerwerf' werd in liet afgeloopen jaar een schip (praam) van stapel gelaten. Hoofd zakelijk strekt ze tot herstelling van schepen. HOOFDSTUK XIII. Inrigtingen, in verband «taande met de uitoefening van Handel en andere BedrUven. a. Middelen tan vervoer te water. Vijf stoombooten voorzagen in een geregeld vervoer van goe deren tusschen deze gemeente en Schiedam en tusschenliggende plaatsen; Zutphen-Dordrecht en Deventer-Zutphen-Botterdam. Zij behoorden tot de Zutphensche schroefstoombootreederij de Dordrechtsche en de Deventer stoombootmaatschappijentel den gezamenlijk 538 tonnen inhoud, kwamen 286 malen aan en voeren 233 malen af. Voorts volbragten 4 stoomschepen, gezamenlijk 333 tonnen metende en behoorende tot de Geldersche stoomsleepreederij circa 400 slepen. 85 In het Beurtschepenveer ontstond geene verandering. Door 18 beurtschepen, metende 992 tonnen, werd gezamen lijk 258 malen de veeren bevaren tusschen deze gemeente en de steden Amsterdam, Botterdam, Zwolle, Utrecht, Groningen, Nijmegen, Doesborgh en Meppel en tusschenliggende plaatsen. b. Middelen van vervoer te lande. De spoorwegen waren de voornaamste middelen van vervoer voor den handel. Met de Graafschap wordt alsnog de gemeen schap door vrachtwagens en karren onderhouden. Door de opening van den Ooster-spoorweg in de maand Mei 11. werd deze gemeente in directe verbinding met de hoofd stad des Eijks gebragt. Eerjang zal zij zich ook door den Neder, landach-Westphaalschen-spoorweg direct aan Duitschland aan sluiten en daardoor Zutphen een hoogst belangrijk punt voor het handelsverkeer worden, wat met verlangen wordt tegemoet 8 De broodzetting is hier sedert verscheidene jaren afgeschaft. Zutphen, den 19 April 1877. Burgemeester en Wethouders voornoemd H. A. D. COENEN. Be Secretaris, J. E. DE VOOGT G.Nzn.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1876 | | pagina 44