50 ij. Toezigt op de prostitutie. Het aantal in deze gemeente, met vergunning van het ge meentebestuur aanwezige, publieke huizen van ontucht bepaalde zich in 1876 tot één, huisvesting aan gemiddeld vijf publieke vrouwen verleenende. Tweemalen 's weeks had er geregeld visitatie van de bij de politie ingeschreven publieke vrouwen (ongeveer 16) plaats en leverden die visitatiën de navolgende resultaten op Yan de 8 patiënten werden er bevonden '2 lijdende aan Fluor albus, 4 aan CJlcera Syphilitica Vagenae en 2 aan Ulcera Syphi litica colli uteri. -ij Aan de ten dezen bestaande verordening en die, speciaal de publieke vrouwen betreffende, wordt streng de hand gehouden. Uit den aard der zaak valt het echter moeijelijk het feit van prostitutie plegen steeds door bewijzen te coustateeren. h. Toezigt op de levensmiddelen. Er wordt streng toezigt gehouden op de gehalte van ten ver koop aangeboden veegeslacht vleeschvisch en verdere onder bereik vallende levensmiddelen. Herhaalde malen werd zoowel vleesch als visch afgekeurd en door de politie in beslag genomen en begraven. Wat het drinkwater betreft heeft de sub-commissie ad hoe haar scheikundig onderzoek van het water in de stadspompen voortgezet, met het resultaat dat eene pomp, waarvan voor het oogenblik het drinkwater ongeschikt was, moest worden afge sloten, doch daarentegen van onderscheidene pompen het water weder drinkbaar werd verklaard. i. Gezondheidscommissie. Het verslag der Gezondheidscommissie over het afgeloopen jaar is van den volgenden inhoud: Aan Eeeren Burgemeester en Wethouders der gemeente Zutphen. De Gezondheidscommissie alhier heeft de eer naar aanleiding der bepaling, in art. 9 harer verordening vervat, aan Burge meester en Wethouderen verslag te geven van hare verrigtingen gedurende het afgeloopen jaar. 51 Even als in vorige jaren, vonden ook nu weder de belangen der volksgezondheid te dezer stede ernstige behartiging, en het is der Commissie aangenaam U al terstond te kunnen mel den dat de gezondheidstoestand in deze Gemeente in 1876 gunstig mag genoemd worden. De allengs meer en meer plaats grijpende vervalschingen der verschillende in den handel voorkomende meelsoorten, en de daardoor veroorzaakte minder voedende, of wel voor de ge zondheid schadelijke eigenschappen van het brood, ontgingen de aandacht der Commissie niet, en werden door haar eenige monsters van te dezer stede bij bakkers en grutters verkocht wordende meelsoorten aan een scheikundig onderzoek onderwor pen, welk onderzoek echter tot dus verre negatieve resultaten heeft opgeleverd. Eenige leden der Commissie, de Heeren van RhijnBerkhout en Dielz, hadden de eer door den Heer Burgemeester uitgenoo- digd te worden, om deel te nemen aan eene Commissie voor den watersnoodmet het doelom zooveel mogelijk in de be hoeften der noodlijdenden, ten gevolge van den hoogen water stand in deze gemeente en hare onmiddelijke nabijheid te hel pen voorzien. Tot dat einde werd bereids met Heeren Bouwkundigen uit genoemde commissie, benevens de Heeren Sahoevers, Itz en de Ranilz, de Secretaris gecommitteerdom de geïnundeerde huizen in de Hoven, buiten de Hospitaalspoorten in de Polsbroek te bezoe ken, en werden terstond de noodige maatregelen genomen, niet alleen tot droogen, zuiveren en desinfecteren der woningen enz., maar ook om daar, waar zulks noodig was, verschstroo, brand stoften en warme spijzen uit de gaarkeuken te doen verstrekken en aangezien het bij dat onderzoek tevens is gebleken, dat eenige woningen van den Heer J. H. Makkinkkastelein in den Vredenburg buiten de Hospitaalspoort, met het oog op de open bare gezondheid, zich in een ellendigen toestand bevinden, werden uit de Gezondheidscommissie de Heeren Berkhout en Snijders benoemdten einde te onderzoeken of genoemde wo ningen overeenkomstig het bestaande bouwreglement bewoon baar zijn, of wel, om andere redenen moeten worden afgekeurd en ten gevolge daarvan onteigend. Van het uitvoerig rapport, deswege bij de Commissie inge-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1876 | | pagina 27