48 vrouwen ondersteunde 45 kraamvrouwen, waarvoor 523,27 werd uitgegeven. De ontvangsten bedroegen 534,90. Volgens de Statistieke tabellen over 1875 moeten worden genoemd de Spaarbank, met 1045 deelnemers, door welke in dat jaar werd ingelegd 76778,21®, tegen eene terugbe taling van 36374,78; de Spaarkas, met 80 deelnemers met f 2684,15 inleg- gelden en aan welke 2084,63 werd terugbetaald; 'de Hulpbank, welke aan 60 personen 62 voorschotten deed tot een bedrag van 3895. Voor 4413,80 werd aan voorschotten terugbetaald; de Hulpbank voor Israëlieten, door welke aan 13 per sonen 30 voorschotten werden gedaan, tot een bedrag van f 740. Aan terugbetaalde voorschotten werd f 798,25 ontvangen. De Zieken- en Begrafenisbus, met eene subsidie van f 100 van de gemeente, telde 759 deelnemers. De uit gaven bedroegen f 1752,75, de inkomsten f 2210,98®. De Stedelijke Zieken- en begrafenisbus met 1350 deelne mers. (Zie Hoofdstuk Vla lett. e Eindelijk de Bank van Leening tot den 23 Junij 1875 gehouden voor eigen rekening door nu wijlen den Bank houder A. J. Vorst. Van 1 Januarij 1875 tot genoemden datum werden ingebragt (of had daarvan beleening-vernieuwing plaats) 7313 panden, gelost 10872 en verkocht 251 panden. De inkomsten dier inrigting beliepen over dat tijdvak f 19881,09 en de uitgaven f 11231,44®. De pachter betaalde- f -200 als -paekbsom—aan- de gemeente. d In Junij 1875 heeft de werking der Bank opgehouden en is dezelve, met al de voorhanden panden door de ge meente overgenomen ter algeheele aflossingzonder dat nieuwe panden meer worden aangenomen. 49 Tot aflossing der panden wordt thans eenmaal 's weeks van gemeentewege gelegenheid gegeven. De genomen maatregel strekt om later het Gemeente bestuur in staat te stellen te kunnen oordeelen, over de al of niet noodzakelijkheid de Bank van Leening aan te houden, met het oog op eene mogelijke ontwikkeling der verboden stille pandjeshuizen. HOOFDSTUK XI. Landbouw en Veeteelt- Voor zoover de landbouw in deze gemeente wordt uit geoefend geschiedt zulks grootendeels door pachters van kleine perceelen land. Vergeleken bij vroegere jaren is de landbouw alhier wel vooruitgegaanbij steeds stijgende pachtprijzen vinden de perceelen gretige pachters. Hoofdzakelijk worden aardappelen geteeld, ook knollen en uijen; voorts wortels, mangelwortelskoolrapen, rogge, tarwehaver en garstzoodat het wel of wee van den land man alhier voornamelijk van den aardappelenoogst afhangt. Voor de vetweiders was het afgeloopen jaar niet voordeelig, daar tengevolge der droogtehet grootste gedeelte van het vee in den groei ten achteren bleef en het 2e soort vee op de najaarsmarkten tot verminderde prijzen moest wor den afgezet. Puike waar werd gretig en tot hooge prijzen gekocht. De koopwaarde van kleigrond bedroeg in deze gemeente f 3 k f 4000, en van zandgrond f 2 a f 3000 per hektare. Voor huurwaarde werd berekend per hektare 200 a f 300 voor Bouwland (Klei). „100 k 150 id. (Zand). 80 a 120 Weideland.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1875 | | pagina 26