over liggende landerijen vereischen dringend voorziening door liet aanbrengen van kribwerken, waartoe blijkens de vaststelling der kosten daarvoor op de begrooting voor 1875 eerlang zal worden overgegaan. Voorloopig wordt in de nabijheid aldaar al het voorhanden puin aangevoerd, zijnde reeds ongeveer 130 M:iafkomstig van den afbraak der voormalige 3e Openbare School aan de Molenbeek en van de beide gesloopte huisjes bij het Hagepoortje. Daar door den lóóp van de Berkel zich eene verzanding had gezet voor de gracht om de Begraafplaats, zoodat het water niet dan bij hoogen stand in die gracht kon komen, werd die aanslibbing afgegraven en de nieuwe taluds van de oevers, ook aan den Kloosterkamp, van een beslagwerk voorzien en met puin versterkt. Aan de Marschweide werd de IJsseloever langs de weide het Kerkhof ook van een beslagwerk voorzien, dat zeer noodzakelijk werd geacht, doordien de rijkskribben, gelegen op den tegenover gestelden oever, verhoogd zijn geworden en dit nadeelig op den regter oever werkte. Tot voorschreven werken werd van het voorhanden hout en puin gebruik gemaakt. Voor de kosten van vervoer en de arbeidsloonen werd de begrootingsom met 532.26 overschreden. Beschoeijingenlos- en ladingplaatsen. In den toestand derzelve is geene verandering gekomen. Voor de gewone onderhoudskosten was uitgetrokken 275terwijl uitgegeven werd 105.27. Bruggen. De toestand is over het algemeen voldoende te achten en voor het onderhoud werd zorg gedragen. Daar het verhoogde gedeelte van den stroompyler no. 1 der IJsselbrug in minder gunstigen toestand verkeert, door dat de hardsteenen blokken onbestand schijnen te zijn om den daarop zich bevindenden last te dragenen nu scheuren en afschilferen, is van dezen toestand kennis gegeven aan den Minister van Binnenlandsche Zaken, en over de her- stelling de correspondentie voortgezet, zonder dat ze, tot dusverre, tot een gewenschten uitslag heeft geleid. Het onderhoud van al de aan de Gemeente behoorende Bruggen, met inbegrip der bediening van de IJssel-ophaal brug, benevens vuur en licht in het Collecteurs-wachthuisje, vorderde eene uitgave van 1772.24. De in 1873 aanbestede vernieuwing der brug over de binnengracht bij de Spittaalstraat werd vóór den bij het Bestek bepaalden tijd in orde opgeleverd. e. Havens en Grachten. In den toestand is geene verandering gekomen. De ver zanding der houtwal-Kanalen nam steeds toe. De binnen gracht en de nieuwe Haven zijn op diepte gehouden en vorderden aan baggerwerken eene uitgaaf van 389,34; de toegestane som bedroeg 400. Wandelplaatsen en plantsoenen. Deze verkeeren in goeden staat; voor het onderhoud werd steeds zorg gedragen. De grond langs de weiden van Mark voort en Barmen tl o werd omgezet en de Tondensche weg (ongeveer ter halve lengte) bepoot en beplant met 102 peppels en langs de weide van het Gasthuis zijn geplant 14 platanen; voorts werden beplant de speelplaatsen der 2e en 3e Openbare Scholen, der Burger-Bewaarschool en der Bewaarschool op den Paardenwal. Drie nieuwe zitbanken werden aangeschaft en geplaatst. De onkosten van het onderhoud enz. beliepen 1628,25 de begrooting wees daartoe aan 1201. Begraafplaatsen. Voor het onderhoud der algemeene Begraafplaats werd uitgegeven 114,81bij de begrooting was geraamd f 147.— De Israëlitische Begraafplaats vorderde geene uitgaven. De toestand van beiden was voldoende. 22 23

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1874 | | pagina 13