52
c. De ontvangsten en uitgaven van alle besturen en
instellingen van weldadigheid, door of van wege de ge
meente beheerd of gesubsidiëerdbeliepen (naar de laatste
goedgekeurde rekening over 1869) als volgt:
Ontvangsten.
Die der instelling, genaamd Sint Anne
Broederschap2206,19
Uitgaven.
Die der instelling, genaamd als boven. 1407,67
Alzoo werd er meer ontvangen dan uitgegeven798,52
d. Wegens teruggave van elders voorge
schoten gelden werd uitbetaald 5115,263
Het getal in de* gemeente armlastigengedurende het
jaar elders ondersteund of verpleegd, was 141.
Als middelenzoo gewone als buitengewonetot leni
ging en vermindering der armoedeinzonderheid door on
derwijs en werkverschaffingkunnen worden beschouwd
De alhier bestaande Naai- en Breischoolde Spaar
bank, de Hulpbank, de Spaarkas, welke allen van ge
meentewege van localenvuur en licht voorzien worden.
Voorts is de Bank van Leening voor 60 'sjaars ver
pacht; de Inrichting van J. F. W. Vrijheidtot verschaf
fing van strik- en breiwerk aan behoeftigen, geniet eene
gemeentelijke subsidie van 75' 'sjaars, de Zieken- en
Begrafenisbus eene van 100 'sjaars, terwijl van het
Stedelijk Ziekenfonds het jaarlijksch tekort door de ge
meente wordt bijbetaald.
Eindelijk bestaan hier de Werkinrigting der Protestant-
sche Diaconieen de Stadsschool voor armen en minver
mogenden alwaar kosteloos onderwijs wordt gegeven.
Al deze instellingen hebben hare eigene Administratie.
53
HOOFDSTUK XI.
Algemeene toestand.
In zoover alhier de landbouw wordt uitgeoefend, ge
schiedt dit, op enkele uitzondering na, door pachters van
kleine perceelen bouwlandvoor het grootste gedeelte toe-
behoorende aan de gemeente.
Op groote schaal wordt de landbouw niet gedreven en
ofschoon eene vergelijking van vroeger bij thans moeijelijk
is te makenkan men het er toch voor houden dat de land
bouw is vooruitgegaan en nog vooruitgaatdit kan men
echter zeggendat vóór dezen enkele perceelen bonwland
om den grooteren afstand, moeijelijk te verpachten waren
en slecht beteeld werdenterwijl men nu en sinds lang gre
tige pachters daarvoor vindt en daardoor ook betere en
meerdere opbrengst verkrijgt.
Voor het grootste gedeelte is het bouwland bezet met
aardappelenvoorts roggetarwehaver en gerst en voor
het overige met kool, mangelwortelsknolrapen en tuin
vruchten zoodat de voor- en tegenspoed in groote mate af
hangt van de uitkomsten van den aardappelen-oogst.
Daar de landlieden hoe langer hoe meer petroleum be
ginnen te brandenzoo wordt de verbouw van oliezaaddat
vroeger voor eigen rekening geteeld werdsteeds minder.
Het wintergroen is niet zoo voordeelig als ten vorigen
jare en daar de opstalling nog al vroeg heeft moeten ge
schieden, vooral door het aanhoudend natte weder en den
lioogen waterstand, is het vooruitzigt van den veehouder
niet zoo gunstig te noemenhoewel de weidelanden voor
de Vetweiders goede resultaten hebben opgeleverd.
De kool is dit jaar goed gelukt; op de Markt werd
daarvoor van drie tot vijf gulden per 100 stuks bedongen.
baudbouw en Veeteelt.