70
komen voldoende en, ten gevolge van het openen der Rijks-
spoorwegen, eerst op Arnhem, vervolgens op Deventer en
daarna op Hengelo, toegenomen. Maar de diligences heb
ben ook op volgelijk opgehouden te rijden, eerst die op
Arnhem, daarna die op Deventer en thans ook de eenio-e,
die nog bestond, namelijk die op Winterswijk.
Het telegraphisch verkeer neemt alhier van lieverlede
toe en de opbrengst der berigten vermeerdert gestadig.
De broodzetting blijft afgeschaftde beraadslagingen over
eene verordening op het bakken en den verkoop van brood
zijn niet hervat.
Zutphen, den 10 April 1866.
Burgemeester en Wethouderen van Zutphen,
H. A. D. COENEN.
Ter ordonnantie van dezelve,
D. J. E. VAN LÖBEN SELS.
1 O 7
Gedrukt bij van Someren te Zutphen.
