20 vernieuwing hoogst noodzakelijk en eindelijk door hare ge deeltelijke instorting onvermijdelijk was geworden. Tijdens de beraadslaging, na die instorting met meerder aandrang gevoerd over de lierbouwing der brug of wel tot het maken van eene vaste brug met doorlaat in liet mid den in het verlengde der thans nog op te ruimen houten doorlaatbrug over de uiterwaardenwerd eene vaste nood brug, op 53 el beneden de schipbrug met uitdrijvend vak van 19 ellen lengtegebouwdhetwelk te weeg bragt dat de behoefte aan eene betere verbinding der beide IJs- seloevers nog levendiger gevoeld werd. De onvoldoende te zamenstellingde herhaalde gedeel telijke vernieling door ijsgang, het kostbare onderhoud, de toch op den duur onhoudbare toestand der noodbrug doch nog moer de aanleg der spoorwegen gaf aanleiding tot die zoo zeer gewenschte en noodzakelijke verbetering. De aanleg toch der Staatsspoorwegen heeft krachtig mede gewerkt, om voor de gemeente Zutphen den bouw dei- brug veel minder kostbaar on bezwarend te maken. Im mers tegen afstand van aan de gemeente behoorende grond, gelegen op de linker IJsseloever, groot 1 bunder, 55 roeden, 21 ellen, voor den bouw der landpijlers c. a. voor de spoorwegbrug, aan het Rijk, zijn die pijlers zoo danig ingerigt en gebouwd, dat de gemeente daarop hare brug kon plaatsen en doen rusten. Is door het bouwen der nieuwe stadsbrug het verkeer in het algemeen en bij zonder belang der gemeente verbeterdook het rivier-be lang wordt daardoor aanmerkelijk gebaatnu ook de zoo genaamde doorlaatbrug op den linker IJsseloever over de uiterwaarden alsmede de hoogliggende veerdam van ouds her het eilandje genaamd, gelegen tusschen en verbonden hebbende de verdwenen schipbrug en de doorlaatbrug, tot op maaiveldshoogte kan opgeruimd worden, moetende bo vendien worden opgemerktdat het maken van de Staats- spoorwegbrug oorzaak is gewordendat de nieuwe stads- 21 brug thans de beide oevers ook bij hoog water verbindt en nietzooals in vroeger opgemaakte ontwerpen voor kwam slechts de rivier den IJssel overspant en dus alleen de schipbrug zou vervangen. Daar de bouw der Staatsspoorwegbrug door het uit schrijven eener prijsvraag voor dien bouw werd voorafge gaan kwam het gemeente-bestuur op het denkbeeldook dien weg in te slaan en werd het programma voor de Stadsbrug opgemaakt en van wege het Rijk ook goedge keurd. Later achtte men het beter aan de voorgenomene prijsuitschrijving geen gevolg te geven, daar het gemeente bestuur niet tijdig genoeg van de prijsvraag-uitschrijving van de Staatsbrug had kennis gedragen en het opmaken en de inzending der plannen niet meer op den zelfden tijd kon geschieden, als die bij het programma voor de Staats brug was vastgesteld. De omstandigheden leidden er toe, dat na het bekend worden van de aanneming der aanbieding voor de Staats brug en het opdragen van dit werk aan den Heer J. C. Harkort te Haspe in Westphalende gemeente met ge noemden Heer zoo in het voordeel der gemeente, als tot bespoediging (het gelijktijdig ondernemen van den bouw der Stadsbrug) in onderhandeling trad op de voorwaarden vastgesteld en opgenomen in het bereids gedrukte pro gramma van de openbare prijsuitschrijving. Vervolgens werden door genoemden Heer teekeningen overgelegd voor de nieuwe brug, welke evenwel uithoof de van de aangenomen houtconstructie voor de draao-bal- ken en nog meer andere zaken, ter zijde moesten wo&rden gelegd. Een later ingediend plan werd om reden van de groote kosten van uitvoering ("zijnde ingevolge de wen- sclien der raadscommissie in dat plan opgenomen een door gaand voetpad buiten aan den linker draagwand en, in stede van de houten dekkeneene bestrating) mede ter zijde gelegd.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1865 | | pagina 12