38 245,20s 1490,55 43263,13s 11129,50 Transport, 24506,73 van particulieren. 29719,35s Idem van instellingen van weldadigheid. Idem van gemeenten. Idem van provinciën of van den staat. In kas op 1 Januarij 1863. Totaal. /110354,47s De Instellingen van Weldadigheid tot voorkoming van armoede zijn zes in getal, als: 1. Spaarbank. 2. Bank van Leening. 3. Naai- en Breischool. 4. Zieken- en Begrafenisfonds. 5. Spaarkas. 6. Fabriek van F. J. W. Vrijheid. De Spaarbank gaf eene rente van 3%. In 1863 telde ze 796 deelnemers. Aan de deelnemers werd terug betaald, zoo voor opgevraag de inlagen als voor interessen eene som van 30965,55s Terwijl het bedrag der gedane inlagen over dat jaar was 35559,11 De Bank van Leening geeft eene pacht van 60.ten behoeve van de algemeene armen. Zij mag eene rente van 12% berekenen voor panden boven de 300.waarde, en van 16% voor die bene den die som. In 1863 werden 27466 panden beleend, 28330 panden gelost en 428 verkocht. De uitgaven bedroegen: Voor patentregt. 15,78 Voor assurantiepremie en kantoorbehoeften. 65,30 Voor voorgeschoten gelden op beleende panden. 46989,58 Voor onkosten, op den verkoop van panden Transportcre. 47070,66 39 Transport, 47070,66 gevallen. 233,50 Voor overschot van de opbrengst der ver kochte panden aan de houders van pand- brieijes uitgekeerd. 30,20 Totaal 47334,36 De inkomsten hebben bedragen: Terug betaalde gelden van geloste panden, 47332,84 Interest van panden, welke zijn gelost of waarvan de beleening is vernieuwd. 2048,40 Opbrengst van den verkoop van panden. 1165,50 Onopgehaald overschot van de opbrengst van verkochte panden. 10,75 Opgelden door de koopers betaald voor ver kochte panden. 58,28 Totaal 50615,77 Op de Naai- en Breischool werd in 1863 onder toezigt van zeven Dames, aan 155 kinderen kosteloos onderwijs in het naaijen en breijen gegeven. De uitgaven bedroegen: Voor kosten van beheer. 224,45s aankoop van gereedschappen en werk- stoffen. 129,11s premiën wegens betoonde vlijt en be kwaamheid. 377,88s verdiende arbeidsloonen. 564,49 Te zamen 1295,94s De inkomsten hebben bestaan in: Inkomsten van bezittingen van allerlei aard en toegekende regten. Opbrengst van het werk. Inschrijvingen of bijdragen. Collecten en giften. 97,02 838,57 559,45 78.— Te zamen 1573,04

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1863 | | pagina 21