fabriek- cn werktuigen zijn in goeden staat en zijn er in 1862 geen nieuw uitgevonden werktuigen in gevoerd. De gemeente bezit geen huis van bewaring. In voorkomend geval ondergaan de veroordeelden wegens policie-overtredingenzoomede de gegijzelden tengevolge der bepalingen van de wet op de schutterij, hun straf in het huis van arrest. De aldaar opgenomenen wor den er goed behandeld, de dienst is er geregeld. HOOFDSTUK XII. Landbonw. De landbouw, waarin zeer veel ingezetenen hun be staan vinden en waaruit onderscheidene particulieren en zedelijke ligehamen voor een aanzienlijk gedeelte hunne inkomsten trekken, bleef in hooge mate de al- gemeene belangstelling opwekken. Van de veeteelt wordt mede goed werk gemaakt, vooral in het oog loopend op de voorjaars veemarkten cn wanneer de weiden worden besehaard. Het vee ziet er dan goed gevoed uit, hetwelk in vroegere jaren volstrekt niet het geval plagt te zijn. De boter en melk bleven duur, doch de aardappelendie in het vorige jaar zeer veel hebben uitgeleverd, waren veel beter koop dan in de laatste jaren. Daarenboven waren die regt goed en smakelijk, zoodat het gewas daarvan door ieder, ook door de landbouwers, die voor redelijke gevoelens vat baar waren, gezegend werd genoemd. De pacht- en koopwaarde van weidelanden bleef zeker even hoog als vroeger, met bouwlanden was dit zoo niet het geval. 53 De Afdeeling Zutphen der Geldersche Maatschappij van Landbouw telt hier veel leden. Iïet getal betcelde akkers bedraagt 225 bunders. De aardappelen maken bij voortduring het hoofdge was in deze Gemeente uitvervolgens rogge en tarwe men neemt aan dat in deze Gemeente zijn gewonnen 769 last aardappelen, 26 last rogge en 17 last tarwe. De Groente-markt was goed voorzien. De staat van den Veestapel was met het einde van 1862 als volgt: 278 paarden, waaronder hengsten geen, ruinen 183, mcrriën 142, veulens 3; runderen 641, waar onder stieren 8, koeijen 560, kalveren 73; voorts 15 ezels, 1 muilezel, 30 schapen; 25 varkens, 10 bokken en 153 geiten. HOOFDSTUK XIII. 'Vepveeniug'» Jagt en IFïaseïaerij. Veenderijen bestaan in deze Gemeente niet. Wild werd niet veel aangetroffen, vooral patrijzen. Veel eijcren zijn om de koude regens in Mei 1862 door de ouden verlaten en alzoo niet uitgebroeid. De jagers klaagden dan ook. De Visscherij was als gewoonlijk. Het toezigt op de jagt en visscherij was voldoende; gedurende 1862 werd geen schadelijk gedierte vertoond. In het vorig jaar zijn de volgende aanvragen opge zonden als26 om groote jagt-acten5 om groote visch-acten4 om kleine visch-acten cn 78 om koste- looze vergunningen om te visschen. Op den 29 April 1862 is bij het Bestuur dezer Ge meente van den heer M. J. de Bont te Amsterdam

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1862 | | pagina 28