44 14 kostkoopers, zijnde G mannen en 8 vrouwen, hier onder begrepen drie vroeger wegens ouderdom buiten dienst gestelde oppassers. Door het overlijden van een man werd dit getal tot op 13 teruggebragt en bestond dat op uit0 December 1862 uit 5 mannen en 8 vrouwen. In gemeld gesticht werden gedurende dat zelfde jaar verpleegd 147 personen, alhier woonachtig, lijdende aan verschillende ziekten, waarvan in het ziekenhuis 138, in het Lazaret 9. Voor de verpleging van 85 dezer lijders, die ten laste van particulieren en van diaconie- besturen zijn verpleegd of elders domicilie van onder stand haddenis betaling gedeclareerdterwijl de ove rige 62 personenals te Zutphen armlastig en niet tot de diaconie behoorendc, om niet verpleging genoten. Van deze lijders verlieten het Gasthuis als hersteld 111 en overleden daarin 24zoodat het getal der nog on der behandeling gebleven zieken op uit0 December j. 1. bedroeg 12zijnde 7 mannen en 5 vrouwen. In het geneeskundig gesticht voor krankzinnigen werd aan 416 lijders, bestaande uit 220 mannen en 196 vrouwen verpleging verstrekt en bevonden zich onder deze 11 mannen en 17 vrouwen, te zamen 28 lijders, die domicilie van onderstand alhier hebbendegratis verpleegd zijn. Gedurende het jaar 1862 zijn uit het gesticht ontslagen 51 en in hetzelve overleden 35 per sonen, zoodat op uit0 December j. 1. het aantal in het gesticht verpleegde lijders bestond uit 330 en wel 176 mannelijke en 154 vrouwelijke patiënten. Met betrekking tot het ziekenhuis en Lazaret heeft het bedienings-personeel gcene verandering ondergaan en be staat dat uit 1 ziekenvader, 1 ziekenmoeder, 2 manne lijke en 2 vrouwelijke bedienden. Het personeel voor de oeconomic van het O. en N. Gasthuis onderging ook geene 45 verandering en bestond uit 2 keuken- en 2 werkmei den, 1 linnen- en 1 melkmeid, 1 kok, 1 bakker, 1 stalknecht, 1 tuinman, 1 huisknecht en 1 portier. In het krankzinnigengesticht zijn in hunne respectieve betrekkingen werkzaam: in de afdeeling Mannen, 1 huismeester, 1 opzigter, 17 oppassers, 1 kleedermaker, 1 metselaar, 2 timmerlieden, 4 verwers, 1 kamerbe hanger, 1 schoenmaker; laatstgenoemde negen werk lieden zijn buiten het gesticht woonachtig en genieten dus geene andere vergoeding dan hun dagloon. In de afdeeling Vrouwen 1 huismeesteres, 1 opzig- teres, 19 oppasters, 1 naaister. De opzigteres was slechts tot 1 November, waarop zij uit hare betrekking werd ontslagen, werkzaam, en aangezien voorloopig de behoefte niet werd ingeziendeze persoon terstond door eene andere te doen vervangen, zoo is de be trekking tot dusverre onvervuld gebleven. Door den Stadsgeneesheer J. van der Elst en den Stadsheelmeester J. van Zelm werden gedurende 1862 de in het ziekenhuis en lazaret verpleegde zieken ge nees- en heelkundig behandeld, terwijl even als vroe ger, voor de genees- en heelkundige behandeling der patiënten in het krankzinnigengesticht werkzaam waren de heeren Dr. J. N. Ramaer als eersteDr. Th. Kroon JHz. als tweede geneesheer en de heer J. van Zelm, als chirurgijn. Door de benoeming in 1862 tot geneesheer hij het St. Joris Gasthuis te Delft van den heer Th. Kroon JHz. is met 1 April 1863 die geneesheer bij het gesticht alhier vervangen door den heer Dr. A. H. van Andel, genees- heel- en verloskundige te Brielle, daartoe ten gevolge eener door provisoren gedane voordragt, be noemd bij besluit van heeren Gedeputeerde Staten van Gelderland van 4 Februarij j. 1. n° 23.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1862 | | pagina 24