42
rinus IIaak, die als onderofficier naar de Oost-Indiën
is vertrokken en een halve wees Geertruida Winterink,
welke als kindermeid is in dienst getreden, zijnde een
der halve weezen door het overlijden zijner moeder
geworden heele wees en geen kinderen gedurende 1862
opgenomenweshalve op het einde van gezegd jaar
zich ter verpleging in het gesticht bevonden twaalf
kinderen, waarvan negen heele en drie zoogenaamde
halve weezen.
De gezondheidstoestand der kinderen is over het al
gemeen zeer gunstig geweest. Een der jongens Theo
dores Hendrikus Wensink metselaars- en steenhou
wersleerling, had het ongeluk in den zomer van eene
binnensteigering af te vallen en een been te breken
hetgeen hem eenige weken in zijne werkzaamheden
heeft achteruitgezet, doch volkomen is genezen. Het
strekte den Provisoren tot groot genoegen te kunnen
mededeelen, dat de kinderen zoo bij de verschillende
ambachten, als op de scholen, in het algemeen goede
vorderingen maken en sommigen daarvan bijzonder uit
munten, als bewijs waarvan kan strekken, dat de reeds
genoemde jongeling Tiieodorus Hendrikus Wensink,
het geluk had nu onlangs twee zilveren medailles op
de teekenschool te verwerven, namelijk een voor het
teekenen naar pleister en een voor de bouwkunde,
alsmede dat den wees Martincs Petrus Haak bij de
laatste promotie op het gymnasium is toegekend in de
tweede klasse eerste afdeeling de eerste prijs voor zijne
vorderingen in de oude talen, het fransch, engelsch,
geschiedenis en aardrijkskunde, de tweede voor de wis
kunde en de derde voor het holiandsch en hoogduitsch.
Voor de zedelijke en godsdienstige ontwikkeling der
kinderen wordt steeds de meeste zorg besteed.
De geldmiddelen van liet huis gaan steeds vooruit
43
en verschaffen voor de toekomst de gelegenheid, om
bij eene toenemende bevolking in deze Gemeente een
grooter getal weezen in het voorregt te doen deelen
van eene burgerlijke opleiding in dit gesticht te kunnen
genieten.
Op ultimo December 1862 werden in het huis Born-
hof verpleegd 128 oude lieden, waarvan 58 gehuwden,
14 weduwenaars, 43 weduwen en 13 ongehuwden.
In 1862 zijn er 13 personen overleden en nieuw op
genomen 15 personen. Het gedrag der verpleegden
was doorgaans goed, hoezeer men genoodzaakt is ge
weest eenigen wegens dronkenschap te straffen.
Hun ouderdom was als volgt:
Van 50 60 jaren7 personen.
61-70 46
71-80 60
81 90 15
In de behoeften is voorzien door de volgende ont
vangsten
Gewonef 29414.36
Buitengewone. 5727.023
De uitgaven zijn geraamd:
Gewone. f 29056-
Buitengewone. 6085.383
De Gebouwen van het Gesticht zijn in vrij goeden
staat; provisoren hopen de boerenerven langzamerhand
in goeden staat te krijgen. De landerijen zijn mede
in goeden staat; daar, waar verbetering noodig is,
hoopt men die volgens de nieuwe pachtcontracten te
zien uitvoeren. De gezondheids-toestand was voldoende;
bijzondere ziekten zijn niet waargenomen.
In het zoo belangrijk gesticht, het O. en N. Gast
huis alhier, werden gedurende het afgeloopen jaar in
de daarvoor bestemde vertrekken gehuisvest en verzorgd
V