40 91.60 724.43s 551.95 145.54 kende regtenf Opbrengst van het werk. Inschrijvingen of bijdragen. Collecten en giften (waaronder de op brengst eener loterij). Zamen. f 1513.52s De Zieken- en Begrafenis-bus telde in 1862 273 deel nemers, waarvan er 25 ondersteuning ontvingen. De uitgaven waren: Kosten van beheerf 86.25 Ziekengelden123.50 Begrafenis-gelden. n 88. Verstrekte geneesmiddelen. 451.14s Toelage van genees- en heelkundigen. 408. f 1156.89s De Inkomsten hebben bestaan in: Inkomsten van bezittingen van allerlei aard en toe gekende regtenf 304.72 Gewone en buitengewone contribution. 1084.42 Zamen. 1369.14 In de Spaarkas waren in 1862 71 deelnemers. In dit jaar is ingelegd eene som van f 922.53s. Aan de Deelnemers is terug gegeven: In geldf 484 25 natura362 30 Totaal, f 846.55 Ten gevolge der in der tijd gesloten overeenkomst met het Gemeente-bestuur, wordt voortdurend door F. J. W. Vrijheid aan behoeftige ingezetenen brei- en strikwerk verschaft, waartoe hij eene jaarlijksche te gemoetkoming van f 75 erlangt. In 1862 heeft hij alzoo aan minstens 55 en hoogs tens aan 75 personen werk gegeven, waartoe voor aan koop van gereedschappen en wcrkstolfen en aan ar- 41 beidsloonen werd besteed. f 2875. terwijl de opbrengst van het fubriekaat eene som opleverde van. 2880. De ingekomen verslagen der van ouds bestaande broe derschappen leveren ook thans niets ter vermelding op. Bij het begin van het jaar 1862 bevonden zich 21 weezen in het Gebroeders Bakker's Weeshuis. Deze bevolking werd achtereenvolgens met zes vermeerderd, in Januarij met de wees der echtelieden Smit en Hermans, in Maart met twee zoons en eene dochter der echte lieden Lokhof en van Reenen, in April met de doch ter van Groeve en Smit en in September met de wees der echtelieden Altena en Sprik. De weezen S. A. Hemink en C. C. Haijtink de eerste opgeleid tot boekbinder en in staat om zelf in zijne behoeften te voorzien, de tweede genoegzaam voorbe reid om als dienstbode op te treden, verlieten daaren tegen het gesticht met het begin der maand Mei, zoo dat het aantal weezen bij het einde des jaars tot 25 was aangegroeid. De gezondheidstoestand van allen was over het ge heel voldoende. De nog ter school gaande weezen be toonden eene gewenschte vlijt, terwijl zij, die de school reeds verlaten hebben, in hunne verschillende betrek kingen aan iedere billijke verwachting beantwoorden, Regenten vermeenen alzoo te mogen beweren, dat het Gebroeders Bakker's Weeshuis steeds voortgaat aan zijne bestemming te voldoen. In het Burger Weeshuis is het getal verplegelingen hetwelk op het einde van 1861 zich bepaalde op vijf tien, zijnde negen heele en zes zoogenaamde halve weezen, gedurende het jaar 1862 met drie verminderd, zijnde een heele wees Hendrik Frederik Wensink, ka merbehanger van beroep, een halve wees Eduard Ma-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1862 | | pagina 22