44 Voortdurend wordt, ten gevolge der geslotene over eenkomst door F. J. W. Vrijheid met het Gemeente bestuur. aan ingezetenen brei-en strikwerk verschaft, waartoe hij eene jaarlijksche bijdrage van f 75.er langt. In 18G1 heeft hij minstens aan 60 en hoogstens aan 75 werk gegeven. Voor aankoop van gereedschappen, werkstoffen en arbeidsloonenwerd besteed. f 3240. Terwijl de opbrengst van het fabrikaat bedroeg3243.66 De ingekomen verslagen der van ouds bestaande broederschappen leveren niets ter vermelding op. Met den aanvang des jaars 1861 bevonden zich 20 weezen in het Gebroeders Bakker's Weeshuis. Van deze vertrokken met primo Mei de wees M. Teunissen als dienstbode, terwijl W. Bergers en J. Schut in den loop derzelfde maand 't gesticht verlietenom als miliciens in dienst te treden en het getal op 15 Augustus nog met een werd verminderd door den dood van P. Enserink. Daarentegen werd in de maand Junij de bevolking vermeerderd met vier jongens van de overleden echte lieden Gerritsen en Smeenk, en in October met het zoontje van de mede overleden echtelieden Moriiee en Schaap zoodat op het einde dezes jaars het aantal wee zen weder tot 21 was aangegroeid. De gezondheid, zoomede de zedelijke en ligchamelijke ontwikkeling der weezen lieten niets te wenschen over; alles beant woorde aan de billijke verwachting, die regenten van een en ander koesterden. Dankbaar voor den zegen die hunne pogingen kroonden, hopen zij dan ook den ingeslagen weg te volgen; ten einde het Gebroeders Bakker's Weeshuis steeds aan de bedoelingen van den edelen stichter te doen beantwoorden. 45 In het Burger-Weeshuis is het getal weezen geklom men, doordien de artikelen van het Reglement, welke de toelating gedoogden van kinderen, welke niet van voormalige grootburgers afstamden, eindelijk eens heb ben kunnen worden toegepast. Na het einde van 1860 bedroeg het getal verpleegde kinderen elf, waaronder is begrepen Eduard Marines Haak bij het Instructie-bataillonzijnde vijf heele en zes zoogenaamde halve weezen. Geene dezer hebben het huis verlaten, terwijl in den loop van 1861 als weezen werden opgenomen vier kinderen van wijlen de Echtelieden Lambertüs Jacobus Verschuil en Eva Ca- tiiarina Meister als vallende in de termen van de ge wijzigde artikelen 1 en 54 van het Reglement op dat huis, waardoor het getal verpleegde kinderen bij het einde van 1861 alzoo tot vijftien is geklommen, zijnde negen heele en zes zoogenaamde halve weezen. Men mag zich verheugen dat die kinderen over het algemeen eene goede gezondheid genietenwraartoe de gezonde ligging van het gebouw, gepaard aan gezond voedsel en doelmatige verplegingvoorzeker niet weinig heeft bijgedragen, terwijl tevens voor hunne zedelijke ontwikkeling steeds de meeste zorg wordt gedragen. De kinderen maken, voor zoo verre zij voor ambach ten in de leer zijn, naar ieders vatbaarheid, goede vorderingen, en van die, welke de verschillende scho len bezoeken, worden steeds goede getuigenissen af gegeven. Niettegenstaande de duurte der verschillende levens behoeften en brandstoffen en de meerdere bevolking, verkeeren de financiën des huizes in eenen goeden staat. Op ultimo December 1861 werden in het huis Born- hof verpleegd 126 oude lieden, in dat jaar zijn 10 verpleegde overleden en 8 opgenomen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1861 | | pagina 24