52
De Afdeeling Zutphen der Goldersche Maatschappij
van Landbouw telt hier veel leden.
Het getal beteelde akkers bedraagt 230 bunders.
De aardappelen maken bij voortduring het hoofd
gewas in dene Gemeente uit, vervolgens rogge en
tarwe.
Men rekent dat in deze Gemeente zijn gewonnen
613 last aardappelen, 27 last rogge en 19 last tarwe.
De groentemarkt was ruim voorzienvooral van
erwten, die ten gevolge van de veelvuldig gevallen
regens in den vorigen zomer, bijzonder veel uitle
verden.
De staat van den veestapel met het einde van 1860
was als volgt: 275 paarden, waaronder geen hengsten,
130 ruinen, 140 merriën en 5 veulens; 644 runde
ren, waaronder 6 stieren, 563 koeijen, 75 kalveren,
voorts 17 ezels, 2 muilezels, 9 schapen, 31 varkens,
9 bokken en 150 geiten.
HOOFDSTUK XIII.
Vei'veeniog, Jagt en l'inclierij.
Veenderijen bestaan in deze Gemeente niet.
Het wild was als vroeger De jagers waren tevreden.
De Visscherij was goed, doch gedurende het afge-
loopen jaar was het water daarvoor wel wat te hoog.
Het toezigt op de jagt en visscherij is goed.
Gedurende i860 werd geen gedood schadelijk ge
dierte vertoond.
In 1860 zijn de volgende aanvragen opgezonden,
als: 32 om groote jagtacten, 3 om groote vischacten,
5 om kleine vischacten, alsmede 62 aanvragen om
kostelooze vergunningen tot het visschen.
53
HOOFDSTUK XIV.
.1 misacht- en ITabriek-nijverlieid.
De in vroegere verslagen vermelde fabrieken en tra
fieken bleven in stand, maar ondergingen geene ver
andering. Zij hebben goeden aftrek.
De staat der werkloonenalsmede het getal arbei
ders bleef op den vroegeren voet.
Door D. Mulder is in de Zutphensche Hoven een
nieuwe wind-korenmolen opgerigt.
Van nieuw ingevoerde werktuigen en verbeteringen
is ons niets gebleken of gemeld.
De Heer W. HiSSINK eigenaar eener papierfabriek
in deze Gemeente, heeft ons echter gemeld, dat da
gelijks verbeteringen in de fabricatie plaats hebben
zoo door aanbrenging van verzuiverings-toestellenals
van diewelke het papier sterker en duurzamer maken.
HOOFDSTUK XV.
ESaudel en Nijverheid.
De scheepvaart op den IJssel en Berk el was druk.
Het ijs heeft weinig stremming opgeleverd.
De handel bleef op den vroegeren voet. Hierbij
moet echter worden vermeld, dat in den zomer van
het vorig jaar is begonnen de aanvoer van veel wa
genvrachten wit gemaakt of geschildzoogenaamd
sprakelhout, een gering en weinig geacht houtsoort,
hetwelk gewoonlijk onder het zoogenaamde onhout
werd gerangschikt.
Dit hout werd van hier per schip verzonden, om,
zooals men zeide, naar Engeland uitgevoerd te wor
den, alwaar er houtskool van werd gebrand voor
buskruid. Nu levert het sprakelhout, gelijk bekend
is, uitmuntende houtskool op, als ingrediënt voor