48
Ook in het afgeloopen jaar hebben de pachters
der boeren-erven van het Gesticht, weder het hunne
bijgebragt tot verbetering van deze en tot het in
cultuur brengen van woeste gronden, waartoe som
migen zich nog al moeite en opofferingen hebben
getroost.
49
nomenis de beraamde bestemmingom daarvan een
deel bij de tuinen van het Krankzinnigen-Gesticht
aan te trekken en verder daarop aan te brengen de
noodige gebouwen voor droogerij, bergplaats voor
brandstoffen, enz., nog niet kunnen gegeven worden;
aangezien men wil afwachtenwelke rigting de lijn
van den aan te leggen Spoorweg langs het Gesticht
zal nemenom zooveel mogelijk voor te komendat
die grond geene verkeerde indeeling verkrijge.
Aan die gronden, welke niet onder de erven be-
hoorenmaar als vlog-landen zijn verpacht, hebben
Provisorenwaar dat noodig washet gewenschte
tot verbetering doen aanbrengen.
De inkomsten van de akkermaals-bosschen waren
over 1860 nog al aanzienlijk te noemen; wel bragt
de duurtezoo van de schors als van het houthet
hare daartoe bij, maar, en wel voor een groot deel,
kan men de ruimere opbrengst toeschrijven aan de
meerdere oplevering van hout, tengevolge van den
aan de bosschen ter verbetering aangewenden arbeid.
Er wordt steeds voortgegaan met het aankweeken
van deze en andere houtsoorten, op daartoe geschikte
en open zijnde gronden; dienvolgens werden in het
afgeloopen jaar weder uitgepoot 200 eiken en 200
beuken heesters, ruim 10000 eiken stekken en 10000
kreeften, zoomede 7000 els, 4000 berk, 450 popu
lieren en p. m. 200 wilgen poten.
Behalve de heide of woeste grondstukkenwelke
door de pachters zijn in cultuur gebragt, werd door
Provisoren zoo veel mogelijk bevorderd om van die
gronden de geschikste stukken bekwaam te maken,
om door houtgewas te kunnen worden bezet, terwijl
voor of langs sommige stukken cingels werden aan
gelegd en deze met dennen of ander opgaand hout
bepoot. Tot de bepoting op deze gronden zijn in
het vorige jaar gebezigd omstreeks 10000 dennen.
De Kaai- en Breischool werd goed bezocht en
oefent eenen heilzamen invloed uit.
In de laatste jaren is men opgehoudenom te
bevorderen, dat Spinwerk aan behoeftigen werd ver
schaft, waarvan geen ongerief is ondervonden; bij
voortduring wordt echter het verschaffen van Brei
en Strikwerk bevorderd; van Gemeente-wege wordt
hiertoe eene bijdrage van f 75.00 verstrekt.
De Bank van Leening is weder voor een jaar aan
den vorigen pachter verpacht. Hare werking is gere
geld en geeft tot geene klagten aanleiding.
Het Zieken- en Begrafenis-fonds is vooruit gegaan.
De Spaarbank eveneens.
Het getal inleggers gedurende 1860 in de Spaar
kas is merkelijk meer dan in 1859 en klom tot 92,
door wie gezamenlijk werd ingelegd 1088.115, zoo
dat zij, met inbegrip van het in kas geblevene, bij
het einde van het boekjaar 1859, in het geheel te
goed hadden f 1174.34, terwijl men zich mogt ver
blijden, dat vooral was toegenomen het getal inleg
gers, die contanten storten ten gevolge van besparing
op de meer ruime verdiensten in den zomer, om in
den winter niet contanten, maar waren te erlangen.
Om de inleggers daartoe te nopenis aan de inleg
gers een avans toegestaan op den prijs des turfs, door
die beneden den inkoopsprijs aan hen af te staan. De
O
u