44 In bet Oude en Nieuwe Gasthuis alhier, hetwelk voorzeker wel onder de belangrijkste Gestichten van Nederland mag worden geteldwerden even als vroeger, in de voor dezen bestemde vertrekken, ge huisvest en verzorgd, een 17tal kostkoopers, als 7 mannen en 10 vrouwen, onder welk getal zich ech ter bevonden, zooals in vorige verslagen reeds is op gegeven een drietal wegens ouderdom buiten dienst gestelde zieken-oppassers. Van hen overleden in 1860 1 man en 1 vrouw. Zoo dat hun getal op Uit0. De cember nog groot was 15. Over het afgeloopen jaar, zijn in gemeld Gesticht verpleegd geworden 137 personen, lijdende aan on derscheidene ziekten en wel meer bepaald in het Ziekenhuis 122 en in het Lazareth 15 personen. Van dezen ontvingen 72 lijders verpleging om niet; voor de overige 65, die of voor rekening van par ticulieren of van Diaconie-Besturen werden ver pleegd of elders domicilie van onderstand hadden werd gedeclareerd. Van hen verlieten hersteld het Gasthuis 98 per sonen en overleden 19 lijders. Voor de oppassing der lijders in deze Afdeeling verpleegd wordende, zijn in dienst drie mannelijke en drie vrouwelijke dienstboden en wel een vader, eene moeder, twee oppassers en twee oppasters. Met uitzondering van de in dienst stelling met p°. Julij j. 1. van een gehuwd man tot portier aan den ingang van het Gasthuister vervanging van den overledenen, die, even als zijne voorgangers, ongehuwd was, heeft ten aanzien van het dienstper soneel voor de oeconomie van het Oude en Nieuwe Gasthuis geene verandering plaats gehad en bestond dat uit twee keuken-, twee werkmeiden, eene melk- 45 en eene linnenmeid, een kok, een bakker, een stalknecht, een tuinman, een huisknecht en een portier. Een getal van 383 lijders, bestaande uit 199 mannen en 184 vrouwen, ontving over jaar 1860 in het Geneeskundige Gesticht voor Krankzinnigen verpleging. Onder deze bevonden zich 8 mannen en 17 vrouwen, alzoo te zamen 25 uit. deze stad, die gratis verpleging genoten. Van bovengenoemd getal wer den ontslagen 38 en zijn overleden 36 personen zoodat op Uit0. December j.l. de sterkte van Krank zinnigen bestond uit 309 lijders, of 154 mannen en 155 vrouwen. Tot de oppassing, bediening, zoomede ter bevor dering der werkverschaffing van de Krankzinnigen, waren in het Gesticht de volgende personen in hunne respectieve betrekkingen werkzaam, als: Voor de Afdeeling der mannelijke patiënten. Een huismeester, zestien oppassers, een kleeder maker, een metselaar, een timmerman, vier ver- werseen schoenmaker. Laatstgemelde personen wo nen buiten het Gesticht en genieten geene andere vergoeding, dan hun dagloon. Poor de Afdeeling der vrouwelijke patiënten. Een huismeesteres, achttien vrouwelijke dienstboden en eene naaister. In het personeel van de Geneeskundige dienst heeft over het afgeloopen jaar geene verandering plaats gehad en bestond dat, even als het jaar te vo ren, uit de Heeren J. van der Elst, als Geneesheer, en J. van Zelm als Chirurgijn voor de behande ling der verpleegden in het Ziekenhuis en Lazareth en voor de behandeling van lijders, verpleegd wordende

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1860 | | pagina 24