30
Alhier bestaat een Onderwijzers-gezelschaptellende
acht leden.
De in 1859 weder opgerigte Bewaarschool voor
meervermogenden wordt goed bezocht.
De stads Bewaarschool voor minvermogenden bleef
op den vroegeren voet.
Aan het Stedelijk Gymnasium zijn bij voortduring
verbonden zes onderwijzersalseen Rectoreen
Praeceptor, twee leeraren in de moderne talen, een
Ieeraar in de Geschiedenis en Aardrijkskunde, en een
in de Wis- en Natuurkunde, allen Litt. Doctores.
Het getal leerlingen op deze Inrigting bedroeg
in de lsfe Afdeeling 33 en in de 2<te 41.
Het onderwijs wordt geroemd en het in 1851
daarvoor bestemde gebouw voldoet bij voortduring.
De Gymnastie-school bleef op den vroegeren voet,
daarop ontvangen 106 jongens, verdeeld in negen
klassen, onderwijs: genietende de zes hoogste klas
sen ook onderwijs in de wapenen. Aan 34 meis
jes verdeeld in vier klassenwerd aldaar onderwijs
gegeven.
De in 1858 opgerigte Zwemschool is wegens den
kouden zomer weinig bezocht.
De alhier gevestigde school voor Teeken- en Bouw
kunde, mitsgaders werkschool, beantwoordt bij voort
during aan het doel van hare oprigting. Het ge
tal leerlingen, dat in 1860 de school bezocht, was
194.
De Afdeeling Handteekenkunst, werd bezocht door
89 leerlingendie der Bouwkunst door een getal van
50 leerlingen; aan de oefeningen op de Werkschool,
namen deel 30 jongelieden, waarvan 14 behoorden
tot den gegoeden stand en 16 tot den handwerkstand.
Gemiddeld hebben 27 knapen kosteloos onderwijs
3D
genoten, terwijl van 39 het schoolgeld door particu
lieren werd betaald.
De in vroegere Verslagen vermelde Inrigtingen
van schoone Kunsten en Wetenschap blijven in stand.
Inzonderheid bloeit het Genootschap tot beoefening
van Natuurkundige Wetenschappen.
Deze onderscheidene Inrigtingen dragen in hooge
mate bij tot aankweeking en verspreiding van nuttige
kennis en tot korting der winteravonden.
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
Het Armwezen bleef in 1860 alhier op denzelfden
voet en onderging geene merkbare verandering.
Het getal bedeelden was minder groot, dank zij
de weinige ziekten onder de Ingezetenen voorkomende.
Het vorig jaar was gunstig voor werkzaamheid.
Gedurende slechts korten tijd heeft de vorst die be
let. Zooals wij reeds boven zeiden, viel er nog al
werk te verrigten en zijn de vooruitzigten ten dien
aanzien bemoedigend.
De onderscheidene Diaconiën hebben zich op eene
lofwaardige wijze, zoo goed mogelijk, het lot blijven
aantrekken van hendie geacht konden worden
tot hunne administratie te behooren. Het Her
vormde Diaconie-bestuur heeft een legaat erlangd
van 100.00 van wijlen Jonkhr. W. J. P. de
Ridder en een van 200.00 van wijlen Vrouwe
R. G. de Haas, Wed. A. Evekink.
De Protestantsche Inrigting van W eldadigheid
bleef gedurende het afgeloopen jaar werk verschaffen
aan behoeftigen en aan ouden en gebrekkigendie
niet meer kunnen werken, om niet bedeeling ver
strekken. Zij mogt weder voldoende ondersteuning