dingen, hetwelk op den staat der straten, gelijk
bekend is, zeer ongunstig werkt.
Aan de IJsselkade en aan de Marschpoort-straat
zijn gelegd 1600 vierkante ellen straat, alles water-
vrij. In de Turfstraat en een gedeelte der Beuke-
straat, benevens op het 's Gravenhof en in de Franke-
steeg zijn kokerriolen langs eene zijde der straat
gelegd. Deze hebben goed gewerkt, hebbende slechts
eene enkele verstopping op de kruissprong bij de
Beukestraat en die naar de Rozengracht plaats ge
vonden. Bij vorst hebben de riolen ook het water
goed kunnen afdragen. Het ware te wenschen dat de
putten niet werden gebezigd tot inwerping van steenen
en andere stoffen en dat dit goed kon worden belet.
De wegen en voetpaden in deze Gemeente zijn
alle in goeden staat en daarop wordt goed toezigt
gehouden.
De middelen tot waterkeering zijn in vroegeren
toestand en worden door de Gemeente in orde ge
houden, zoodat zij niet tot bezwaar van bijzondere
personen of ingelanden strekken.
In het vorige jaar is bij de Wet uitgemaakt dat
de Staats-spoorwegen door deze Gemeente zullen
loopen, en daarvoor over den IJssel alhier eene
vaste brug zal worden gebouwd. Dadelijk heeft men
getracht te bevorderen, dat die brug zoo mogt wor
den gebouwd, dat er eene brug voor het gewone
verkeer langs kon komen te leggen, waaraan, gelijk
men vertrouwt, zal worden voldaan.
De Oostveensche brug is geheel vernieuwd. De
houten landhoofden zijn vervangen door steenen op
eene paalfondering. Bij de constructie dezer brug
heeft men een nieuw systema gevolgd en wel met
getrokken ijzeren leggers, N°. 16bis, hebbende, eene
21
diepte van 16 duim. Op de landhoofden rusten deze
leggers in een' gegoten ijzeren plaat op en in het
muurwerkterwijl de sloofbalken zijn gedekt met ijze
ren platen tot voorkoming van het inkerven der leg
gers en tot bewaring der sloven. De proefbelasting
op de brug heeft getoonddat dezemeer dan ge
vorderd werdsterk was.
De brug over de Berkel in de nieuwe wandeling is
mede vernieuwd geworden. De leggers op deze brug
zijn, even als die op de Oostveensche brug, van ijzer.
De Noodbrug over den IJssel is gebleken de noo-
dige sterkte in geval van hoog water en ijsgang te
bezitten, wanneer niet wordt verzuimd de peilhoogte
van A.P. te behouden; uit welken hoofde men zich in
1860 genoodzaakt heeft gezienherhaalde puinstortingen
in zakken of balen te doenmet dat gevolg dat de
brug het water heeft weerstaan. Bij het losgaan der
rivier zijn eenige palen verzet en is een klein ge
deelte van het dek los geraakt, hetwelk is hersteld
geworden toen het water genoegzaam was gevallen.
Daardoor echter heeft de brug geruimen tijd voor
de passage niet kunnen dienen.
Men ziet goed kans om die brug te blijven gebrui
ken totdat de brug voor den Spoorweg met die voor
de gewone passage daarnaast zal zijn gebouwd en zal
in de verwachting dat dit wel zal gelukken, de Nood
brug blijven onderhouden en zoover noodig vernieuwen.
Gedurende den waterstand boven 7 el A. P., heeft
het veer in werking moeten zijn, als ook gedurende
eenige dagen voor den ijsgang. Tot instandhouding
van het veer met de pont, was men genoodzaakt
twee hulpbruggen te leggen van 4050 ellen lengte.
De schuiten waren in voldoenden staat, eene roei
boot is aangekocht geworden.