28
wordt zeer goed geacht, zoomede liet daarvoor in 1851
bestemde gebouw.
De Gymnastie-school werd wel bezochtdaarop
ontvingen 100 jongens, verdeeld in 9 klassen, onder
wijs; genietende de 6 hoogste klassen ook onder-
rigt in de wapenen. Aan 43 meisjes, verdeeld in 4
klassen, werd aldaar mede onderwijs gegeven.
De in 1858 opgerigte Zwemschool is in stand ge
bleven; 100 jongens hebben er gezwommen, waarvan
velen voor de eerste maal.
De alhier gevestigde School voor teeken- en bouw
kunde, mitsgaders Werkschool, gaat voort aan haar
doel te beantwoorden.
Het getal leerlingen, dat in 1859 die inrigting be
zocht, bedraagt 163.
De afdeeling Handteekenkunde werd bezocht door
een getal van 113 leerlingen; de afdeeling Bouwkunde
door een getal van 41. In de werkschool werkten
31 knapen, hiervan waren 15 uit den handwerkstancl
en 16 uit den gegoeden stand.
Gemiddeld hebben 19 knapen kosteloos onderwijs
genotenvoor 47 werd het schoolgeld betaald.
De in vroegere verslagen vermelde inrigtingen van
schoone kunsten en wetenschap blijven in stand. In
zonderheid bloeit het Genootschap tot beoefening van
natuurkundige wetenschappen.
Deze onderscheidene inrigtingen dragen in hooge
mate bij tot aankweeking en verspreiding van nuttige
kennis en tot veraangenaming der winteravonden.
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
Het Armwezen bleef in 1859 alhier op denzelfden
29
voet en onderging geene merkbare verandering. Het
getal bedeelden bleef ook nagenoeg hetzelfde.
Het vorige jaar was gunstig voor werkzaamheden
gedurende slechts korten tijd heeft de vorst het ar
beiden doen staken.
Zoo als wij reeds boven zeidenwas er nog al
werk te verrigten en zijn de vooruitzigten in dit op-
zigt vrij geruststellend.
De Diaeoniën hebben zich op eene lofwaardige wijze
zoo goed mogelijk het lot blijven aantrekken van hen
die geacht konden worden tot hunne administratie te
behooren. Het Hervormde Diaconie-bestuur heeft een
legaat erlangd van wijlen den Heer C. A. Bakker
van 7956.03.
De Protestantsche Inrigting van Weldadigheid bleef
gedurende het afgeloopen jaar werk verschaffen aan
behoeftigen, en ouden en gebrekkigen, die niet meer
konden werkenom niet bedeelen. Zij mogt weder
voldoende ondersteuning bij de ingezetenen ondervin
den. Den 15 December 1858 werd het eerste werk
uitgegeven en den 16 Maart het laatste. De werk-
zaamheden hebbeneven als vroeger, zich hoofdzake
lijk bepaald tot het doen verpluizen van touw tot
breeuwwerk.
In het opgegeven tijdvak zijn ongeveer 27700 N.®
touw tot 24300 N. breeuwwerk verplozen. Daar
aan zijn, behalve acht vaste arbeiders, 188 huisgezin
nen werkzaam geweest, dus 74 meer dan in het vo
rig jaar.
Aan werkloon is daarvoor uitbetaald:
in geld. 1243.73
brood, 5787 N.®, ter waarde van. 478.11
turf, 75320 stuks, 449.46
Totaal 2171.30
O O