28
tal bedeelden bleef nagenoeg hetzelfde. Als beste
middelen tegen toeneming van armoede blijven wij
werkverschaffing en kosteloos onderwijs beschouwen.
Wanneer echter veel werk wordt verschaft, lokt
dit te veel het arbeidsvolk en ondervindt men moei-
jelijkheidwanneer het werk vermindert en vooral
wanneer het is afgeloopen.
Zooals wij reeds boven zeiden, was er in het afge
loopen jaar nog al werk en wanneer de spoorweg
plannen alhier verwezenlijkt worden, zal het in het
vervolg ook nog al gaan. Buitendien zal men ook
wel spoedig overgaan tot de oprigting van gebouwen
voor woon- en pakhuizen op de nieuwe Kade, in
zoover dit niet zal behoeven uitgesteld te worden,
tot dat men zal weten hoe de rigting van den spoor
weg door deze gemeente zal zijn en waar het Stations
gebouw en andere inrigtingen zullen komen, waar
mede de aan te leggen straten en pleinen in verband
dienen te staan.
De Protestantsche Inrigting van weldadigheid bleef
gedurende het afgeloopen jaar werk verschaffen aan
behoeftigen en ouden en gebrekkigen, die niet meer
konden werken, om niet te bedeelen. Zij mogt we
der voldoende ondersteuning bij de ingezetenen on
dervinden. Het eerste werk werd uitgegeven op 16
December en het werk werd langer dan gewoonlijk
voortgezet. Op den vroegeren voet is men blijven
voortgaan, nieuwe werkzaamheden zijn niet onderno
men, maar voor het ter schoolgaan der kinderen
werd zorgvuldig gewaakt.
Behalve acht arbeiders gedeeltelijk in vasten dienst,
die ook ander werk verrigten en in het geheel
ƒ669,165 verkregen, werkten 114 huisgezinnen. Door
touw deze werd 28185 N. p. tot 2-3855N. p. breeuw-
29
werk verplozen en daaraan verdiend f 1655,76. De
afzet van het fabrikaat ging wel, de onkosten van
administratie beliepen f 491,25. De winst, die op
het breeuwwerk werd behaald, beliep f 244,23.
De bedeeling om niet werd aan 162 huisgezinnen
verstrekt. Zij ontvingen 5008 Ned. ponden brood
en 73555 turven, eene waarde vertegenwoordigende
van 915,52.
In den jongsten winter hebben zich weder twee
commissiën opgedaanals eene van Protestantsche en
eene van Roomsch-Catholijke ingezetenen, die liefde
giften inzameldenom voedzame warme spijzen aan
behoeftigen, die door de schenkers of de armverzor-
gers werden aanbevolen, uit te reiken Dit heeft
eene zeer gunstige strekking.
De uitkomst der statistieke tabellen is als volgt:
Het aantal instellingen van "Weldadigheid, bedoeld
bij art. 2, lett. b, der wet van 28 Junij 1854, in
deze Gemeente aanwezig, die over het afgeloopen
jaar staten hebben ingezonden, zijn zeven in getal, als:
1. Het Hervormd Diaconie-bestuur.
2. Boomsch-Catholijk
3. Evangel. Lutersch
4. Israëlitisch
5. Christ. Afgescheidene
6. Vereeniging van den H. Yincentius van Paulo
tot ondersteuning van armen.
7. Protestantsche Inrigting tot werkverschaffing aan
behoeftigen.
De vijf eerstgenoemde besturen hebben in het afge
loopen jaar onafgebroken bedeeld. 680 personen.
In den loop van het jaar eens of
meermalen. .211
Zamen. 891 personen.