18 Voor als nog is de weinige breedte der straat al daar niet zeer hinderlijk, maar wanneer een Station voor den spoorweg in de nabijheid der stad zal bestaan, zal de ruimte aldaar blijken veel te naauw te zijn. De opbrengst der bijzondere landelijke eigendom men zijn bij voortduring aanzienlijk, en de uitgaven der gemeente worden voor een groot gedeelte daar uit bestreden. De bedoelde eigendommen zijn grootendeels bij de ingezetenendie zich veelal op den landbouw en vee teelt toeleggen, in pacht. In het vorige jaar zijn de boomenstaande op den kapitalen wal naar de Hospitaalspoort, en van daar naar de Larepoort, verkocht, en hebben goed opge- bragt. Die boomen waren rijp en velen begonnen slecht te worden. Het grasgewas der hooilanden is op den sedert eenige jaren gevolgden voet in het openbaar ver kocht en heeft goed opgebragt, ofschoon het gewas, met uitzondering van eenige lage weide-landenslecht stond, en de hoedanigheid ook weinig beteekende. De uiterwaarden, die steeds en gewoonlijk twee maal 'sjaars zijn gehooid, zien er slecht uit, en be- looven weinig. Gedurende de laatste drie winters heeft geen IJsselwater er over gestroomd en dit blij ken die waarden noodig te hebben. De Marsch en Helbergen zien daarentegen er heerlijk uit. Deze worden dan ook ten allen tijde scherp geweid. Nadat het rundvee in het vorige jaar die weiden had verlaten, hebben wij aan de in gezetenen, die daarop prijs stelden, vergund, om de paarden daarop te laten loopen, hetwelk voor velen wegens de duurte van het hooi eene ware uitkomst 19 opleverde. De paarden hebben het er in den afge- loopen winter kunnen uithoudenen de weiden heb ben er niet door geleden. Overeenkomstig het reeds in 1851 bepaalde is men voortgegaan om bij vernieuwing van bestrating niet meer van veldkeijenmaar van Brabandsche keijen gebruik te maken. Op dien voet is in het afgeloo- pen jaar het overige gedeelte der Turfstraat bijna ge heel bestraat, terwijl langs de pakhuizen buiten de Vischpoort de bestrating insgelijks grootendeels met Brabandsche keijen is geschied. De wegen en voetpaden in deze gemeente zijn in den besten staat; zij worden goed onderhouden en het toezigt is voldoende. De middelen ter waterkeering zijn in vroegeren staat en hebben volstrekt niet geleden. Zij strekken niet tot bezwaar van bijzondere personen of ingelanden. De lijnpaden, sluizen, duikers en overvaarten zijn in den besten staat. In het vorig jaar is wel de aanvraag geschied om eene vaste brug voor onze stad over den IJssel te doen leggen, maar men heeft niet op eene beschik king aangedrongenenovereenkomstig het in be denking gegevenebesloten af te wachten of alhier eene vaste brug voor den spoorweg zou worden ge bouwd, hetwelk, naar hetgeen was te verstaan ge geven, zekerlijk niet zou geschieden, wanneer er reeds eene vaste brug voor den gewonen overtogt mogt bestaandaar het ongeraden zou zijn om twee vaste bruggen in de nabijheid van elkander over den IJssel te bouwen. De noodbrug voldoet zeer goed en is bij eene waterstand als van het afgeloopen jaar, allezins voldoende. Het onderhoud daarvan is volstrekt

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1858 | | pagina 11