44 gebrand, is men voor onheil van brand bewaard ge bleven. De brandweer blijft geregeld en voldoet in allen op- zigte. De stad werd in 1857 bij voortduring door olie verlicht en wel voor eigene rekening, hetwelk geene kwade uitkomsten heeft opgeleverd. In het vorige jaar is vergunning gevraagd om eene gaz-fabriek op te rigten of te doen oprigtenop een ge deelte van den geslechten walgang van het Bourgonje- bolwerk,aan den IJssel gelegen, waartoe de vergunning onlangs is verkregen. Men houdt zich onledig met het onderzoek der ontworpen voorwaarden van aanbeste ding der fabriek en der verlichting van de stads stra ten, door middel van loopend gaz, en, naar het zich laat aanzien, zal met het begin van het volgend jaar de gaz-verlichting alhier in werking komen. De Gemeente bezit geen huis van bewaring. De veroordeelden wegens politie-overtredingen, zoomede de gegijzeldenten gevolge der bepalingen van de wet op de schutterijen, ondergaan in het huis van arrest alhier hunne straf. De gevangenen hebben het er zeer goed en de dienst in dat huis laat niets te wenschen over. HOOFDSTUK XII. üandbouw. Yan den landbouw maakt men alhier bij voortdu ring veel werkofschoon het vorige jaar, ter zake van de buitengewoon hevige warmte en droogte en den lagen prijs der granen, en vooral der aardappelen, daarvoor niet gunstig was. De huur- en koopwaarde van landerijen houdt zich nogtans staande. 45 De afdeeling Zutphen der Geldersche Maatschappij van Landbouw, telt alhier onderscheidene leden. Het getal beteelde akkers bedraagt nagenoeg 230 bunders. De zoogenaamde aardappel-ziekte was in 1857 al hier weinig merkbaar, maar de prijs was weder even als in 1856, ver beneden dien van vroegere jarenen ofschoon er minder aardappelen waren gepoot, blijft de aardappel in deze gemeente toch het hoofdgewas uit maken. Hierop volgt de rogge en tarwe. Die goede kool te verkoopen had, verkreeg de beste geldelijke uitkomsten. Men rekent dat in deze Ge meente zijn gewonnen Aardappelen 530 last, rogge 30 last, tarwe 19 last. De groenten bleven duur, maar waren toch ruim aanwezig. De mest was zeer duur, ofschoon veel aanwezig. De mest van het Cavallerie-garnizoenwordt veelal door de landlieden uit de naburige gemeenten gekocht. De duurte van den mest drukt vooral op arbeidslieden die alles moeten koopen en het land duur pachten, maar toch gaarne eenige winterprovisie verbouwen. Toen de aardappelen nog veel geld deden, konden zijdoor een gedeelte van de opbrengst te verkoopen genoeg in contanten ontvangenom de pacht te vol doen en mest te koopen, maar thans kunnen velen het niet volhouden en over de betaling van dergelijke pachters wordt dan ook meer dan vroeger geklaagd. De staat van den veestapel met het einde van 1857, was als volgt: Paarden 294, waaronder 2 hengsten, 134 ruinen, 156 merriën en 2 veulens, 704 runderen, waaronder stieren 10, koeijen 616, kalveren 78; voorts 22 ezels, 50 schapen, 33 varkens, 13 bokken en 131 geiten.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1857 | | pagina 23