30 Deze uitslag wordt aan de duurte der levensmidde len, alsmede aan de menigvuldige Collecten, welke buiten deze worden gehouden en vermeerderen, toe geschreven. Alles werd op den ouden voet voortgezet en nieuwe werkzaamheden heeft men niet ondernomen maar voor het ter school gaan der kinderen werd aan houdend zorg gedragen. Door een' doeltreffenden maatregel is men een bezwaar te boven gekomen, hetwelk in den winter van 1855/56 maar al te zeer werd ondervonden. Tot dien tijd was het de gewoonte geweest, dat de onderscheidene bakkers te dezer Stede, die zich aan de ten hunnen aanzien vastgestelde bepalingen wil den onderwerpen, brood leverden, voor de gratis- bedeeling en het uitbetalen van loon bestemd. Ver scheidene jaren achtereen was dit brood vrij goed bevonden en rezen er weinig klagten over op. Niet alzoo echter daarna: het brood was slecht, soms schier oneetbaar, en, dit bleek ten duidelijkste ook daaruit, dat men bij het ontvangen van loon, zoo weinig mogelijk daarvan nam en liever in de plaats turf of gort begeerde. Hoe daarin eene verandering te brengenwas meermalen het onderwerp van langdurige beraadsla gingen geweest. Eindelijk besloot men om bons voor brood af te geven, binnen 24 uren na de uitgifte bij den penningmeester betaalbaar, waarvan aan de bakkers bij Circulaire werd kennis gegeven, terwijl al verder werd vastgesteld, dat de bons na de be doelde 24 uren geene waarde meer zouden hebben. Men heeft allezins reden gehadom zich over dat besluit te verheugen. De klagten verdwenennu elk het regt had, om bij den bakker, dien hij verkoos, 31 brood te halen en hij, die het tegen den minsten prijs leverde, was van de meeste klanten zeker. Tot eene proef werdenin plaats van gort of rijst, erwten uitgegevendit beviel goed en zal waarschijn lijk herhaald worden. Door de ondervinding geleerd, had men gezorgd eene aanmerkelijke hoeveelheid oud touw in voorraad te hebben, meerendeels ingekocht tegen 15. en 16.— de 100 N. ffi. Van de verwerkte 29878.5 N. fikverkreeg men 24465 N. fi> breeuwwerkdat gedeeltelijk tegen 30.werd van de hand gezet; met nog daaren boven zes vaste arbeiders, werkten 150 huisgezin nen hieraan en verdienden te zamen aan werkloon 2516.10. Hetgeen uitbetaald werd was verschil lend, terwijl het bereikte maximum, van het gedu rende den geheelen winter ontvangen loon, dat dei- vaste arbeiders daaronder niet begrepen, tot f 41.22® klom, doorliep het alle mogelijke schalen naar bene den en het minimum bedroeg niet meer dan 0.20 hebbende zelfs nog anderen, die zich hadden aange geven de moeite niet gedaan om werk te halen. Door elkander kan men rekenen dat de verdiensten 11.k 12.bedroegen. Het aantal werkende huisgezinnen nam met 13 af, hetgeen echter voor geen ongunstig teeken kan worden gehouden. De zachte winter en de overvloedige arbeidwelke aan de groote werken, alhier ondernomen, kon ge vonden worden, waren er de oorzaak van. Gedurende 15 achtereenvolgende weken heeft men kunnen doen werken en wel van 19 December tot 27 Maart. De geldelijke uitkomst was niet ongunstig. Het verlies, de onkosten aan administratie ad 776.41

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1857 | | pagina 16