20
Deze en andere werken, waaronder in de eerste
plaats was te rekenen de uitbreiding der gebouwen
in het Oude en Nieuwe Gasthuis voor de verpleging
van krankzinnigen, hebben gedurende het geheele jaar
1857, hetwelk daarvoor zeer gunstig was, veel werk
verschaft, terwijl de lage waterstand ook buitendien
zeer veel aanleiding en gelegenheid heeft gegeven tot
grond-, graaf-, krui-, vaar- en baggerwerk.
In de Stads Hoven is echter niet zoo veel getim
merd als zich liet aanzienmaar het valt niet te be
twijfelen, of, wanneer alhier eene vaste brug zal be
staan, het bouwen aan de overzijde van den IJssel
sterk zal toenemen.
Gedurende het begin van 1857 waren tot April
van 150 tot 200 man werkzaam aan de haven buiten
de Vischpoort.
Aan den ouden vesting-muur heeft het sloopen tot
April voortgang gehad en zijn gebroken ~j700000
steenen.
Het slechten der hooge tuinen aan de Marsch-poort
heeft in het voorjaar van 1857 plaats gehad; hieraan
waren gedurende twee maanden een 60tal arbeiders
werkzaam, die nagenoeg 90000 cub. el hebben verwerkt.
In Augustus heeft men een aanvang gemaakt met
het maken van den nieuwen kade-muur; aanvankelijk
werd dit werk aangevangen met een 30tal arbeiders,
dat al spoedig tot een getal van 100 k 120 klom.
Van de daghuren, die hier werden uitbetaald, was
de minste 70 cents tot 1.25 voor een grondwerker
per dag, terwijl een heibaas 's weeks verdiende ƒ18.
h 20.een metselaar 1.30 per dag en een bag
german 1.40. Men rekent dat er is verwerkt 120
cub. el hout, 1700 cub. el muur of 1260000 steenen
en 20000 cub. el grond.
21
In het einde van het jaar zijn de beslagwerken
opgemaaktom de dosséring van den oever zoo flaauw
mogelijk te leggen, althans op een talu van 4 op 1.
Opmerkelijk mag het gerekend worden, dat men
op den bodem van de rivier, die genoegzaam geheel
bloot kwam, niets heeft gevonden. Men had stellig
verwacht hier of daar nog ankers te zullen vinden,
althans diewaarvoor vroeger de schipbrug zou gele
gen hebben, en die, volgens overlevering, nog inde
rivier moesten liggen: maar men heeft er geen spoor
van ontdekt, terwijl men vroeger en wel in 1854, bij
een niet zoo lagen waterstand, zelfs een anker had
gevondenbenevens een waterjuk van de vroeger be
staan hebbende vaste brug.
HOOFDSTUK VI.
tnCedische Folicie.
Volgens het verslag van de Plaatselijke Commissie
van geneeskundig toevoorzigt, is de gezondheids-toe-
tand der ingezetenen dezer gemeente in het jaar 1857
ongunstig geweest.
In het begin des jaars heerschte onder de kinderen
nog voortdurend kinkhoest, die echter slechts bij zeer
enkelen den dood ten gevolge had, en bij het zachte
jaargetijde weldra geheel was geweken.
Maar van ergere gevolgen was de uitbreiding van
typhus contagiosus, die reeds in het najaar van 1856
in alle wijken der Gemeente werd aangetroffen, en
voornamelijk de lagere volksklasse, die door slechte
en gebrekkige voeding, benevens ongunstige locale om
standigheden grootere voorbeschiktheid tot de besmet
ting opleverdewerd door deze ziekte geteisterd.
Ofschoon de sterfte betrekkelijk niet zeer groot kan
genoemd worden, daar zij weinig meer dan 12 pet.
bedroeg, zoo heeft de groote uitgebreidheid, die de