46 en 2 kinderenwerkende de 5 zomermaanden en verdienende gemiddeld f 1.20 in de week. Op de Steen-fabriek van den heer J. P. Hasselo, bedroeg in 1855 het getal arbeiders 31; als: 26 man nelijke en 5 vrouwelijke, waaronder 1 mannelijke en 1 vrouwelijke beneden de 10 jaren, 6 mannelijke beneden de 15 jaren, 2 mannelijke beneden de 20 jaren, 4 vrouwelijke boven de 20 jaren, en 17 man nelijke boven de 20 jarenwelke dagelijks verdienden van 20 Cents tot 1.50 en wekelijks van 1.20 tot 9. Op den Wind-, Olie- en Tras-molen van de hee- ren van der Linden en Cie zijn 4 mannelijke dienst boden werkzaam, welke een loon van circa 3.50 tot 6.50 per week ontvangen. In de fabriek van den Heer D. Albers, waarin behalve de gewone zachte zeep, van af 1° Januarij j. 1. ook harde zeep wordt vervaardigd, zijn 4 arbei ders van het mannelijk geslacht werkzaam, verdie nende 4.— 3.75, 2.50 en 2.per week. Voor de Katoen-fabriek en Snelweverij van den heer P. B. Hemmelder, zijn werkzaam 4 wevers buiten Zutphenwelke servetgoed en linnen maken verdienende 3.a 4.per week; 10 callicot- wevers buiten Zutphenverdienende 1.k 2. per week; 2 half linnen-wevers in Zutphen, verdie nende 2.k 3.per week en 8 callicot-wevers in Zutphen, verdienende 0.80 a 1.50 per week, zijnde deze grootendeels kinderen. De heeren de Leeuw van Coolwijk en Cie die alhier eene Steenhouwerij uitoefenenbenevens handel in allerhande groefsteenengebruiken voor het eerste 5 mannelijke arbeiders van 30 tot 12 jaren, bedragende de arbeidsloonon van f 9.tot f 0.50 per week. 47 Het aantal personen in de bovengemelde Cacao- en Chemicaliën-fabriek van de heeren Th. Nuy en C°. werkzaam, bestaat uit een Directeur, een eerste knecht en vijf jongens, bedragende de werkloo- nen p. m. f 25.per week. HOOFDSTUK XY. De vaart op den IJssel is tamelijk levendig ge weest, zoo ook die op den Berkel, zijne de water stand, nadat ijsgang en het hooge water van 1855 voorbij waren, doorgaans gunstig geweest. In 1855 zijn langs deze stad den IJssel opgeva ren 1351 schepen, en afgevaren 1455, terwijl aan den wal alhier hebben aangelegd 791 schepen. De handel in kanthout was zeer aanzienlijk. In het jaar 1855 beliep het aantal van voor Zut phen bestemde houtvlotten 16, metende volgens op gave van de gezagvoerders 228475 voeten. Voorbij deze plaats zijn den IJssel afgezakt, naar elders bestemd, 27 houtvlotten, metende volgens ge lijksoortige opgaven 536890 voeien. Maar per as en langs de Berkel werd ook buitengewoon veel en mooi hout aangevoerd. Alhier hebben in 1855 gelost 29 schepen, metende 1823 ton, met scheepsbouw en timmerhout en zijn geladen 123 schepen, metende 5574 ton met dito: voorts 39 schepen, metende 2322 ton met brandhout. De papier- en lompenhandel blijft zeer aanzienlijk, 9 schepen met lompen, metende 474 tonnen, hebben alhier gelost en 1 schip met papier, metende 31 tonnen, -heeft alhier gelost, terwijl 2 schepen, me tende 46 tonnen, hebben geladen. De handel in ongemalen schors was mede van groot belang; daarmede zijn alhier geladen 28 sche- Mantlel en Scheepvaart.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1855 | | pagina 25