b. Het collegie van Burgemeester en Wethouderen be staat behalve uit den Burgemeester uit twee Wethouders zijnde de Heeren Mr. M. J. van Löben Sels en Graaf O. L. van Limburg Stirum. Gemeente-ambtenaren en bedienden* De staat der gemeente-ambtenaren en bedienden is als ten vorige jare, met de volgende uitzonderingen H. Maatman is op zijn verzoek eervol ontslagen en in diens plaats is aangesteld J. Kurtz laatstelijk gediend hebbende als ser geant bij het 6e regement infanterie, tot veldwachter tevens dienst doende als agent van politie. De collecteur van het bruggeld J. H. Bielberman overle den zijnde, zoo is in zijne plaats aangesteld J. J. van Wouw. Nog zijn ten jare 1852 overleden de contraschrijver bij den afslag van den vischE. van Beek en de drager bij de begrafenissen D. J. Kaspers. De eerste is niet vervangen terwijl de tweede is opgevolgd door den bakker W. Bessum. Plaatselijke verordeningen. Gedurende het vorige jaar zijn vastgesteld de volgende verordeningen. Eene verordeningregelende de reis- en verblijfkosten der leden van het gemeente-bestuur te Zutphen. Eene verordening op het sluiten en openen der poorten van de stad Zutphen. Eene verordening, volgens art. 147 der gemeente wet, op de benoeming door den gemeenteraad der leden en be ambten van het bestuur der godshuizen en andere instellin gen van liefdadigheid te Zutphen waarvan de benoeming niet aan anderen behoort. Eene verordening tot regeling van den werkkring der door den raad der gemeente Zutphen te benoemen vaste commissie van wetgeving. Eene verordening, houdende wijziging van het reglement op het reinhouden der straten en van dat op het gebruik van bruggen straten en wegen, d.d. 12 Augustus 1851. 3 HOOFDSTUK III. Verschillende onderwerpen betrekkelijk het beheer der gemeente* Het gemeente archief bevindt zich in zeer goeden staat onder toezigt van den Heer Mr. R. W. Tabama als stads bibliothecaris en archivist. De begraafplaatsen zijn zeer doelmatig en voldoende en ofschoon het reglement voor het oogenblik niets te wen- schen overig laatzoo zal het toch bij de herziening van het belastingstelsel ook moeten herzien worden. HOOFDSTUK IV. Geldmiddelen* o. Van af de opening van het dienstjaar 1852 tot en met de maand Maart 1.1. is voor die dienst ontvangen. Wegens buitengewone ontvangsten met inbegrip van het batig slot van het dienstjaar 1851 eene som van f 23872.75. en wegens gewone ontvangsten f 78396.80^. f 102269.55J. De alsnog voor die dienst te doene ont vangsten zullen nagenoeg bedragen 2500. Totaal f 104769.55y. (Volgens de begrootingdienst 1852, zijn de gewone en buitengewone ontvangsten voor die dienst geraamd opf 89897.491). Directe belastingen. b. Voor de additionele cents op de grondlastendienst 1852is bereids ontvangenf 978.92. en voor die op de belasting op het personeel de som van 2125. Totaal f 3103.92. Onder de opcenten op het personeel is begrepen hetgeen bereids is ontvangen wegens het gedeelte voor de dienst van 1853 hetwelk bij de opmaking der gemeente-rekening over 1852 op 1853 wordt overgebragt. Overigens zal de opbrengst dezer opcenten nagenoeg met de begrootingdienst 1852 overeenkomen. e. Belastingen op voorwerpen van verbruikwaarop 's Rijks belasting geheven wordt. VAN Ufforb G. J. RoOSEGAARBE N. T. J. VAN de KaSTEELE J. P. Hasselo, Jonkh. H. A. D. Coenen Mr. R. W. Ta- bama Mr. J. G. Luijken Gi.asiiorst, L. H. be Bas, Mr, F. G. Nieuwenhuus en Mr. J. Dam laatstgenoemde heeft echter zijn ontslag genomen doch is nog niet vervangen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1852 | | pagina 2