40 worden ook wegens hunne belangrijkheid voor het platte land der graafschap Zutphea waarvan hetzelve in groote hoeveelheid herwaarts wordt gebragt. De leer- en wolmarkten zijn niet van zoo vele beteekenis als de laatstgenoemde hoezeer nogtans allezins de aandacht op dezelve dient gevestigd te worden. HOOFDSTUK XVI. Inrigtingen in verband staande met de uitoefe ning van handel en andere bedrijven. a. De naleving der verordeningenbetreffende de inaten en gewigten vond geen zwarigheid. b. De middelen tot vervoer te water zijn bij goeden stand van het rivierwatervoldoendealthans in 1852 zijn daarover geen klagten aangehevenofschoon velen eene uitbreiding van het Amsterdammer beurtveer zouden wen- schen en bepaaldelijk ook door de Kamer van Koophandel en Fabrieken wordt voorgestaan. c. Naar alle zijden bestaat alhier gelegenheid tot vervoer van personen en goederen. Eene wagendienst heeft opge houden en eenige zijn overgegaan. d. Zoo als in vorige jaren bleef de broodzetting zich zonder bedenkingenalleen tot het roggenbrood bepalen. Proefbakkingen zijn niet noodig gekeurd. ZUTPHEN den 22. April 1853. Burgemeester en Wethouderen der Stad Zutphen G. I". van Heeckeren. Ter ordonnantie van dezelve U. J. K. van liifben Seis. Gedrukt bij W. J. Tdieme te Zutphen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1852 | | pagina 21