56 zijn geladen gelijk ook op de 27 schepen, metende 1625 tonnen welke (behalve de verzendingen met sommige we kelijks varende veerschepen) brandhout hebben geladen alsmede op de metselsteenenaangebragt door 33 schepen metende 1505 tonnen mitsgaders op de 19 stuks, meten de 1270 tonnen, welke katoen of twist hebben aangevoerd. Dit laatste getal van 19 vaartuigen is wel onbeduidend op zich zelfmaar in zoover niet van belang ontblootomdat die vaartuigen aantoonendat de beurtschepen van het nieuwe Rolterdamsche veer niet voldoende zijn geweest om de katoen en twist herwaarts aan te voeren. Dit veer heeft toch hoofdzakelijk dien aanvoer ten doel en vindt de voortduring van deszelfs bloei in onzen ontluikenden expe ditie-handel die naar onze meening zich aanmerkelijk zou de uitbreiden vooral ook wat de soort van goederen be treft wanneer het Arnsterdamsche beurtveer gelegenheid gafom in plaats van eens tweemalen in de week van hier goederen te verzenden en te ontvangen. In het geheel hebben hier (behalve de veerschepen) in 1852 aan dezen wal gelost 595 schepen metende 29929 ton. geladen 281 12666 te zamen 874 42595 Doch daar de veerschepen dus hierin niet begrepen zijn kan men slechts eene onvolledige voorstelling van den han del uit deze opgave verkrijgen. Want met de beurtsche pen, ten getale van 24, metende 1335 tonnen geschiedt eene belangrijke verzending van goederen. Die vaartuigen toch zijn 562 maal van hier vertrokken en 366 maal alhier aangekomen en staan alzoo in scheepsruimte gelijk met 57500 tonnen zoodat dezelve bij gevolg weinig minder vervoerd hebben dan de particuliere schepen. Daarenbo ven zijn de stoombooten vier in getal tusschen Zulphen en Kampen van hier vier malen per week afgevaren en even zoo veel malen opgekomen. Laatstgenoemde bieden echter niet alleen den handel eene gelegenheid lot vervoer van goe deren aan maar strekken ook tot een gemakkelijk en goed koop reismiddel voor personen. In 1852 zijn alhier gepatenteerd 44 schepen metende 2602 tonnendie niet tot de openbare middelen van ver voer behooren. De graanhandel is sedert de invoering van één enkelen 57 wekelijkschen marktdag voor de granen bestemdook mer kelijk in belangrijkheid toegenomen. Op dezelve zijn aan gevoerd en verkocht 5250 mudden tarwevolgens den mid- denprijs van f 8.90, rogge 59190 mud h f 6.71 garst 129 mud a f 4.85 boekweit 4255 mud 5 f 6.105 haver 89 mud h f 3.09, aardappelen 5650 mud h f 2.03 bene vens 140850 mud k f 2.02 afgescheept. Deze gezamenlijke hoeveelheid granen is ter markt aangebragt door 7836 wa gens die vrijstelling van weggeld hebben genotenten be drage van f 552. De handel in botervoor zoo ver die aan de waag komt en over zulks kan worden nagegaan blijft altijd zeer on beduidend. Die daar in zoogenaamde welters of kluiten wordt aangebragt, maakt eene grootere hoeveelheid uit (65700 ponden) k 625 cent het pond dan die in geijkte vaten zóó zelfs dat in 1852 slechts 894 kwart vaten ie der van 20 ponden zijn gewogen en Verkocht voor den prijs gemiddeld van f 13.215 het vat, terwijl dit getal in 1851 beliep 1105 en in 1850 dat van 1295 stuks. Behalve deze aan de waag gebragte boter heeft er echter eepe zeer aan zienlijke inslag van boter in oude vaten plaats, welke mee- rendeels bestemd schijnt voor de verzending aan winkeliers te Amsterdam, die dezelve wederom bij kleine partijen af- zetten Het reglement op den ijk der botervaten van den 1 Jumj 1849 heeft tot hiertoe niet de gewenschte uitwerking gehad, om den boterhandel hier op eenen meer regelmatigen voet te brengen. De ligging der stad in het midden van rijke weidelanden, maakt haar bijzonder geschikt, om dien han del tot zich te trekken. En liet is dus overwaardig om geen middel onbeproefd te latenten einde de belemmerin gen op te ruimen, welke denzelven mogen in den weg staan. Daartoe zou welligt in aanmerking kunnen komen om met verandering van het evengenoemde reglement, hetwelk niet dan geheel nieuwe vaten aan de waag toelaatte bepalen dat ook oude vaten mits altijd van een behoorlijk ïjkmerk voorzien zijnde aldaar zouden worden toegelaten. Ook de handel in spek en varkenvleesch kan moeijelijk in zijnen juisten omvang worden bepaald, daar geene mid delen in deze stad (behalve de waag die daartoe niet alge meen gebruikt wordt) aanwezig zijn om den invoer daar-

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Jaarverslagen gemeente Zutphen (1851-1945) | 1852 | | pagina 19