18
ningen en uitkomsten kunnen vervallen. Telde men b. v.
bijeen de 78 spinsters en de 24 breisters, gewerkt hebben
de bij J. W. van den Bovenkamp de 195 en 187 huisge
zinnen welke door de Protestantsche werkinrigting aan
het werk gezet of ondersteund zijn het huisgezin op vijf
personen gerekend dus uitmakende een personeel van 1910;
de ongeveer 800 huisgezinnen, uitmakende 4000 personen,
aan welke gewoonlijk des winters van stadswege kosteloos
eenige turf wordt uitgedeeld de 54 personen gewerkt
hebbende in de R. C. touwpluizerij de 106 kraamvrou
wen door het genootschap van moederlijke liefdadigheid
verzorgdde leerlingen van de naai- en breischoolten
getale van 114 en die der stads bewaarschool ten getale yan
167 dan zou men een getal verkrijgen van 6433 personen,
welke met de voormelde 754 zouden
uitmaken7187 personen,
die men zou kunnen rekenen tot den staat der armoede
immers der behoefte te zijn vervallen. Deze zamenvoeging
toont duidelijk aanhoe weinig men zich op cijfers kan
verlaten wanneer zij zonder de behoorlijke onderscheidin
gen in acht te nemen worden zamengeteld. Want niet
alleen valt het verkeerde van deze en dergelijke zamentelling
in het oog, omdat men op die wijze dezelfde personen
drie, vier, vijf of zes maal op de berekening doet te voor
schijn komen maar ook omdat in het een of twee malen
ontvangen van eenige weinige turf in den winternog
geenszins de maatstaf der armoede kan gevonden worden
vooral nietals men daarbij in aanmerking neemt dat aan
zoodanige gifte van stads wege geene schande wordt gehecht.
De slotsom van de ingevulde modelstaten welkevol
gens de bestaande voorschriften aan Heeren Gedeputeerde
Staten dezer Provincie zijn ingezondenis vervat in de vol
gende opgaven
a. Het getal personen die in 1852 van de instellingen,
bestemd tot het verleenen van onderstand ondersteuning
of verpleging hebben genoten is als volgt
In de tabel der godshuizen met uitzondering van
gast- of ziekenhuizen162
In de tabel van de werkplaatsen van liefdadigheid 350
van behoeftige kraamvrouwen 106
van zieken en begrafenisbussen 21
van werkscholen114
van spaarkassen 107
Totaal 860
19
b. Diegenewelke volgens de tabel der huiszittende
armen onderstand hebben ontvangenwas 453
c. Die slechts tijdelijk zijn bedeeld482
Totaal 955
a. Het totaal der uitgaven van al de instellingen tot het
verleenen van onderstand heeft bedragen volgens de
tabel der huiszittende armenf 21660.81
werkplaatsen van liefdadigheid - 25238.
n behoeftige kraamvrouwen
zieken- en begrafenisbussen
spaarkassen
werkscholen
godshuizen met uilzondering van
de gast- of ziekenhuizen - 46775.06=
886.885
5298.46=
1638.58
950.31
Totaal f 100448.12
b. De uitgaven door belegging van gelden hetzij op
hypotheek, hetzij door aankoop van vaste goederen of effec
ten hetzij op eenigerhande andere wijzewelke uilgaven
eigenlijk niet kunnen worden gerangschikt onder de uitga
ven onmiddelijk tot ondersteuning der armen gedaanbe
dragen volgens de tabellen
huiszittende armenf 6122.82
werkplaatsen van liefdadigheid - 15000.
behoeftige kraamvrouwen- 646.92
zieken- en begrafenisbussen- 2101.
spaaarkassen- 554.52=
werkscholen- 95.45
godshuizen, met uitzondering van de gast-
of ziekenhuizen -- 27424.50=
Totaal f 51945.20
a. Het totaal der ontvangsten in de boven genoemde
tabellen vermeldheeft bedragen volgens de bovengenoemde
tabellen voor
huiszittende armen - 24901.42
werkplaatsen van liefdadigheid - 25238.
behoeftige kraamvrouwen- 1284.54
zieken- en begrafenisbussen 3298.46
spaarkassen- 1736.75=
Transportere f 56458.98