1 F: gewoond. In 1814 trouwde hij met Louise Christine Nijman, dochter van Matthijs Willem Nijman en zijn vrouw Berendina Joosten. Louise Christine kwam ook in het oude kloosterhuis wonen. Nijman van de Achterstraat naar de Smeestraat, waar ze bij de weduwe Berendina Nijman-Joosten in huis gingen wonen. Daar werd toen ook de dokterspraktijk voortgezet. Gemeente-arts In sommige vermeldingen staat te lezen dat dr. Rive in 1820 de gemeente-arts van Lochem zou zijn geworden. Dat is echter niet juist. In de Lochemse gemeentelijke notulen is te lezen dat dr. Rive in 1817 om uitbetaling door de gemeente van zijn landelijk traktement van 315 francs over het jaar 1813 had gevraagd (hetgeen werd afgewezen?!). omdat de trek van Westfaalse jongeren naar het protestantse Harderwijk hem stoorde. Johan Frans promoveerde in Harderwijk2 in 1808 met als onderwerp van zijn dissertatie Peripneumonia hypersthenica3. Hij blijkt niet de eerste Rive te zijn geweest, die in Harderwijk afstudeerde. Eerder deed dat zijn overgrootvader Johann Rive, die in Wel is het zo, dat Rive in het vermelde jaar 1820 als gemeente-arts werd aangesteld in zowel de gemeente Verwolde5, als de gemeente Laren. Hij functioneerde vanaf dat moment dus voor drie plaatsen als gemeente-arts. Volgens mij werd hij bij zijn komst in Lochem in 1807 meteen al als gemeente-arts aangesteld. Waarom zou de gemeente Lochem in dat jaar anders zoveel moeite hebben gedaan om het oude kloosterhuis in de Achterstraat aan te kopen als huisvesting voor hem en het gebouw bovendien ook nog voor hem hebben laten aanpassen, zodat hij er zijn beroep kon uitoefenen? Lochem zat toen blijkbaar dringend verlegen om hem. Een gemeente-arts was belast met de gratis gezondheidszorg voor de armen, met de verloskunde (in latere jaren kwam hiervoor een speciale arts), met de doodschouw (waartoe ook de sectie op de lijken en de voorlopige berging ervan behoorde), het bestrijden van epidemieën, het zorgen voor inentingen en de Niet lang nadat in 1832 Mathijs Willem Nijman 1683 in Harderwijk promoveerde tot meester in de was overleden, verhuisde het echtpaar Rive- rechten. Gedeelte uit de plattegrond van Lochem uit 1832 met daarop in zwart gemaakt links het pand 't Kloosterhuis in de Achterstraat en rechts het pand Smeestraat3, waar dr. Rive later woonde. Opmerkelijk is dat dr. Johan Frans Rive in 1807 meteen al werd aangesteld als de gemeente arts van Lochem. Om de één of andere reden wilde men hem graag in Lochem hebben. De gemeente kocht in dat jaar zelfs het kloosterhuis in de Achterstraat als woon- en praktijkhuis voor de dokter. Om het voor de dokter geschikt te maken werd het pand wel eerst verbouwd. Op zijn verzoek kwamen er een distilleervertrek, een apotheek, een washuis en een paardenstal4. In dit huis heeft dr. Rive samen met een voor hem werkende apotheker en twee dienstmeiden f lil /7 4w. LouwltetJ t ill 161 )meePoort. W/ ^Stadhuis. so 'j> enLaatsten. Deyrocte Kerk. I HM rS/pi! wfê// ,I8Z“

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2021 | | pagina 17