De Lochemse familie Wijler en de Tweede Wereldoorlog Eddy ter Braak In het voorjaar van 2020 kreeg ik het verzoek de geschiedenis van het pand Paul Krugerstraat 4 in Lochem uit te zoeken. Daarbij stuitte ik op het gezin Adolf Wijler en Amalia Margaretha Wijler- Bamberg en hun beide kinderen Bettje1 en Samuel, dat vanaf 1920 tot ongeveer 1943 op dit adres ingeschreven heeft gestaan. In dit gezin en de verdere familie Wijler heb ik me wat meer verdiept, omdat het een goed beeld geeft wat de Joodse families in de Tweede Wereldoorlog in ons land is overkomen. Toen de nationaalsocialist Adolf Hitler in Duitsland aan de macht kwam en zijn Jodenhaat begon te verspreiden, zal Adolf - Dolf genoemd - zijn doopnaam mogelijk verfoeid hebben. Adolf Wijler zelf heeft de gevolgen van die haat niet meer aan den lijve ondervonden, maar de rest van zijn gezin wel. Adolf overleed namelijk al in 1935, 54 jaar oud. Hitlers Jodenhaat Jodenhaat is geen uitvinding van Hitler. Al sinds de middel eeuwen waren Joden in Europa het slachtoffer van discrimi natie en vervolging. Vaak gebeurde dit om religieuze redenen. Christenen zagen zich in de plaats gekomen van het joden dom. Zij vonden dat het jodendom kon en moest verdwijnen - als zijnde verouderd. Joden werden soms gedwongen zich te bekeren of mochten bepaalde beroepen niet uitoefenen. Meer dan eens werden ze ook gedwongen in getto's te leven. In de negentiende eeuw speelde religie een minder grote rol. Het denken over verschillen tussen rassen en volkeren trad in plaats daarvan steeds meer op de voorgrond. Het idee ontstond, dat Joden tot een ander volk behoorden dan bij voorbeeld de Duitsers. Zelfs als Joden bekeerd waren tot het christelijke geloof, bleven ze 'anders' vanwege hun bloedlijn. De nederlaag van Duitsland aan het einde van de Eerste We reldoorlog was voor veel Duitsers en ook voor Hitler moeilijk te accepteren. In nationalistische en rechts-conservatieve krin gen ging de 'dolkstootlegende' rond. Volgens deze verzonnen mythe had Duitsland de oorlog niet op het slagveld verloren, maar stortte het thuisfront in door verraad. De Joden, sociaal democraten en communisten zouden hier schuldig aan zijn. Tegen de achtergrond van revolutie en geweld nam Hitlers antisemitisme in de loop der tijd steeds radicalere vormen aan. Opvallend is dat hij geen voorstander zei te zijn van ongecontroleerde 'emotionele' pogroms (uitbarstingen van anti-Joods geweld). Hij bepleitte in plaats daarvan een 'an tisemitisme van het verstand'. Dit moest wettelijke vormen aannemen en zou uiteindelijk leiden tot de 'verwijdering' van de Joden. Al in augustus 1920 vergeleek Hitler de Joden met ziektekiemen. Hij verklaarde dat je een ziekte niet kunt bestrijden zonder de veroorzaker te vernietigen. De invloed van de Joden zou volgens hem nooit verdwijnen zonder de ver oorzaker, de Jood, uit ons midden te verwijderen. Radicale denkbeelden maakten de weg vrij voor de systematische massamoord op de Joden in de jaren veertig. Het ziet er naar uit dat Hitler een bekend principe heeft gebruikt: wil men een volk samenbinden en achter zich krijgen, dan is het zaak te zorgen voor een gemeenschappelijke vijand2. En dat hebben de Joden in Duitsland en de omringende landen, die door de Duitsers overvallen zijn, geweten. Een ongekend grote genocide vond plaats. En deze raakte ook Lochem en de daar levende Joodse families, waaronder de families Wijler. Deze beide'Jodensterren'zijn afkomstig van Bettje Vomberg - Wijler. Ze heeft ze in de Tweede Wereldoorlog noodgedwongen moeten dragen.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2020 | | pagina 9