Zoemende huisjes
Monumenten in de gemeente Lochem (25)
CeesJan Frank
Je ziet ze gemakkelijk over het hoofd, de bescheiden transformatorhuisjes, die vanaf omstreeks
1915-1920 door de Nederlandse elektriciteitsbedrijven werden gebouwd in steden, dorpen en op
het platteland. Ze staan vaak op onopvallende plekken in plantsoenen, bosranden of in de schaduw
van veel grotere gebouwen. Maar wie goed kijkt ziet een mooi staaltje van modern architectuur-
ontwerp uit de eerste helft van de vorige eeuw.
Ook in en rond Lochem is een aantal transformatorhuisjes te
vinden, die werden gebouwd in de tijd waarin de "N.V. Pro
vinciale Geldersche Electriciteits Maatschappij" (PGEM) een
wijd vertakt elektriciteitsnetwerk uitrolde. In de huisjes werd
de hoogspanning van 10 of 6 kV omgezet naar laagspanning,
die vervolgens naar de afnemers werd geleid. De omzetter of
transformator werd voor de veiligheid ondergebracht in een
stevig, in baksteen opgemetseld raamloos gebouwtje, toegan
kelijk via een zware stalen deur. De robuuste uitvoering werd
nog eens benadrukt door een stoer, eigentijds ontwerp.
Dat werd geleverd door de huisarchitecten van de PGEm,
die ook verantwoordelijk waren voor de vormgeving van de
grotere schakelstations, de imposante elektriciteitscentrales, de
kantoorgebouwen en de dienstwoningen van de maatschap
pij. In de vooroorlogse jaren waren Gerrit Versteeg (1872-1938)
en Hendrik Fels (1882-1962) de belangrijkste architecten.
Versteegs en Fels' ontwerpen voor de PGEM zijn heel herken
baar en waren in vele Gelderse dorpen en stadjes de eerste
kennismaking met wat men rond 1920-1930 beschouwde als
"moderne architectuur'.
Voor de transformatorhuisjes werden verschillende stan
daardmodellen ontwikkeld door Versteeg. De vormgeving is
verwant aan de Nieuwe Haagse School, een stroming die het
baksteenexpressionisme van de Amsterdamse school subtiel
combineerde met modern ogende kubistische bouwmassa's
met lage of platte daken en veel horizontale geveldetails.
Typerend voor de rijker uitgevoerde trafohuisjes van de PGEM,
zoals die aan de Prins Bernhardweg in Lochem, zijn de siermet-
selwerkaccenten in gele en zwarte baksteen in de sokkelzone,
op de gevelhoeken en in rondom de gevels lopende banden,
gecombineerd met ver overstekende daken. Boven de zware
stalen toegangsdeuren werden soms stroken met glazen
bouwstenen ingemetseld. Sommige huisjes zijn voorzien van
smalle tableaus met keramische tegels met de tekst PROVINCI
ALE ELECTRICTEITSWERKEN. De van de reguliere bouw destijds
nogal afwijkende vormgeving en een intrigerend zoemende
inhoud maakten dat rond de trafohuisjes lange tijd een zweem
van geheimzinnigheid hing. Dat werd natuurlijk versterkt door
alarmerende opschriften als "Hoogspanning levensgevaarlijk".
Het transformatorhuisje aan de Prins Bernhardweg in Lo
chem is beschermd als gemeentelijk monument. Het werd
in 1926 gebouwd volgens het type A3L. Wat eenvoudiger
huisjes uit de jaren 20 en 30 staan aan de Rossweg (nr. 5T,
1926), Ampsenseweg (nr. 2T, 1930), de Schoneveldsdijk (nr.
1T) en de Wengersteeg (nr. 1T), beide uit circa 1930.
Deze bijdrage is deels gebaseerd op de tekst in Monumenten-
gids Lochem (Monumenten in Gelderland, deel8) uit 2012.
N.V.PQOVIMCIALd GGLDGÏ^CMd- CLtCTRIGITCITÓ- lip ARNIIdtfTRAN óFORflATOP flUltMC,
=«MT£l\T£ClViNING=OChAAU1 AlOOdrt 1 a DO=.
Bronnen
Crols, R. en T. Hermans (1995), Trafohuisjes. Geschiedenis en archi
tectuur van transformatorhuisjes in Gelderland. Utrecht.
Vredenberg, J. (2003), Trotse Kastelem Lichtende Hallen. Archi
tectuur van elektriciteitsbedrijven in Nederland tot 1960. Utrecht.
Bouwdossiers, collectie Historisch Genootschap Lochem-Laren-
Barchem
Foto's: auteur.
.Lirtuflgatocua-.
(ACriTtypö£.VfcL.
LtJccnrrdRzyüdVdU:
Bouwtekening trafohuisje Prins Bernhardweg, 1926