Willem Vrend
Willem werd op 21 december 1818 in Nettelhorst, gemeente Laren, op nr. 21 geboren. Hij was de zoon van
landbouwer Hendrik Vrend en zijn vrouw Jenneken Hasselman. Willem was waarschijnlijk vernoemd naar de
eerste vrouw van vader Hendrik, die Willemken Roekevis heette. Willems zus Derksken was vijf jaar jonger.
Vader Hendrik overleed in 1826. Jenneken bleef met twee kinderen achter op boerderij Waltakke. Een jaar
later hertrouwde ze met Lammert Winkel. Willem was toen 8 en Derksken 4 jaar. De beide kinderen kregen in
1829 een stiefbroertje met de naam Hendrik. De drie groeiden gezamenlijk op de boerderij in Nettelhorst op.
Ze zullen alle drie al gauw in het leven op de boerderij hun taak of taken hebben gekregen.
S
S
19
Na zijn diensttijd ging Willem weer naar huis, naar
boerderij Waltakke in Nettelhorst. Hier woonde en
werkte hij tot 1846. Toen ging hij een paar jaar aan
het werk bij landbouwer Gerrit Bouwhuis (op Nettel
horst nr. 7). Maar in 1867 ging hij weer naar boerderij
Waltakke terug, waar zijn moeder, stiefvader, zusje
en stiefbroertje woonden.
Derkskens zus was in 1862 vertrokken naar Klein
Dochteren onder Lochem. Daar trouwde ze met
Albert Jan Sigger, die op boerderij Nijenhuis boerde.
Het echtpaar kreeg geen kinderen. Toen Albert Jan
in 1881 stierf, stond Derksken er alleen voor. Maar
een paar maand later kwam Willem bij haar wonen.
Hij was toen al 63 jaar. Dat was in die tijd al best oud.
Derksken bedacht voor de toekomst van haar en
haar broer een andere oplossing. Zij verhuurde de
boerderij aan haar stiefbroer Hendrik, die toen nog
op de Waltakke in Nettelhorst boerde. Hij hoefde
echter geen huur te betalen op voorwaarde dat hij
Willem werd in 1837 opgeroepen voor de loting voor de conscriptie1. Hem trof, zoals vele andere jongeman
nen in die tijd, het lot in dienst te moeten treden. Wat hij er van vond weten we niet. Enkel zijn militaire zak
boekje (en een wat onduidelijke foto van Willem en zijn zus op oudere leeftijd) is ons overgeleverd.
Wanneer Willem precies op moest komen, is onduidelijk. Per 1 mei
1837 werd hij ingedeeld bij de 5e afdeling van de infanterie. Per
26 mei 1838 werd hij ingedeeld bij de afdeling der grenadiers5.
Zoals in voetnoot 2 te lezen is, hield indeling bij de grenadiers
in, dat hij was uitgekozen om wacht te gaan lopen 'daar waar de
koning zich bevindt' In zijn zakboekje is dan ook te zien, dat hij
in de omgeving van Den Haag gelegerd was, waarschijnlijk in de
Oranjekarzerne aldaar.
Het zakboekje heeft als laatste datering 29 oktober 1841 met als
toevoeging de vermelding 'Met onbepaald verlof'.
Grenadiers in marsuniform ca. 1840
Na zijn diensttijd