Met het opkomend motorvervoer is dit na de Tweede Wereldoorlog allemaal verdwenen. Vader is op zijn hondenkar naar Groenlo gereden, ruim 20 kilometer. Moeder was familie van Mendels en zo hebben die twee, mijn vader en moeder, elkaar getroffen. Zondag, na afloop van het feest in Groenlo, is moeder bij vader op de hon denkar naar Lochem gereden. Ze vertelde ons, dat ze zich eigenlijk dood had geschaamd, op zo'n kar te zitten. Hoe het zij, het is tussen hen aangekomen en gebleven. Ze zijn getrouwd en hebben een huisje gekregen naast het ouderlijk huis, op de wal in Lochem (Westerwal 12)." Het jonge echtpaar heeft het in de beginjaren heel zuinig aan moeten doen. Zoals vermeld moest er niet alleen voor het eigen gezin gezorgd worden - er werden al gauw een paar kinderen geboren - maar ook zijn ouders moest Samuel Wijler verzorgen. Maar door hard werken en zuinig leven kregen ze het voor elkaar om er financieel steeds beter voor te komen staan. Samuel Wijler greep alle mogelijkheden aan om wat te verdienen. Zo zette hij in 1886 bij een veiling in op een huis in de Molenstraat. Niet met de bedoeling dat voor eigen gebruik te kopen, maar om als 'inzetter' bij de publieke ver koop mee te helpen bieden, zodat de prijs opgedreven werd. Werd het huis bij de 'afslag' voor een hogere prijs ver kocht, dan kreeg de hoogste inzetter een percentage van de verdienste mee. Een soort gok, waar je echter ook het risico mee liep er aan te blijven 'hangen', als bij de 'afslag' niemand hoger bood. En dat overkwam Samuel. Wat moest hij doen. Het door hem ingezette bedrag bezat hij niet. Gelukkig vond hij een hem goed gezinde boer zo bereidwillig om hem het geld te lenen. Zo werd Samuel eigenaar van het pand Molenstraat 28. Hij behield het pand en ging er met zijn familie wonen. Dank zij het harde werken en zuinige leven kon de hypotheek in een klein aantal jaren worden afbetaald. Het ging hem zelfs zo goed dat hij in 1890 een weide van 1 ha. in het 'Veen' kon kopen. Tot dan toe had hij het ingekochte vee altijd moeten onderbrengen in gehuurde weiden. Langzamerhand waren drie van zijn zoons (Abraham, Adolf en Salomon) ook in de veehandel gaan werken. Het eerste weidebezit breidde zich in de loop der jaren steeds verder uit, zodat er steeds meer grond beschikbaar kwam voor het aangekochte vee. Ze gingen, zoals prof. dr. Schuttevaer in zijn verhaal aangaf, tot de middenstanders behoren. Zoon Emanuel (Max) werd handelsreiziger, zoon Jacob Samuel (Jaap) leraar Frans en de zonen Louis en Johan gingen in de graanhandel en bouwden in Rotterdam de onderneming Granaria op. De man van dochter Eva Rosa, Hartog Polak, was =j koopman in manufacturen in Assen en die van dochter Henriëtte, Meijer Meijer, runderslager in Borculo. o Een dreigende ontwikkeling Z Ze leidden allen een goed en rustig leven tot het in het naburige Duitsland begon te rommelen. In 1933 was Hitler in Duitsland aan de macht gekomen, mede dank zij de economische crisis, die eind jaren twintig begon en de naweeën van de verloren Eerste Wereldoorlog. De nazipartij zag kans binnen korte tijd Duitsland door middel 7 Een enigszins onthoofd portret van de familie Samuel Wijler en Martha Wijler-de Groot, vlnr.: Salomon, Louis, Max, vader Samuel, Jet, Dolf, Eef, Johan, moeder Martha, Bram, Jaap. Foto ter gelegenheid van het 25-jarig huwelijksfeest op 24 april 1901. Uit de Collectie van achterkleindochter Lis Shapiro-Vomberg. O D

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2020 | | pagina 11