boeken bij Stols en liet gekochte boeken van een kostbaar leren omslag voorzien,
maar gaf Stols ook drie keer opdracht een boek voor hem te maken. Twee ervan
werden geïllustreerd met prachtige houtgravures van John Buckland Wright. Het
zijn nu kostbare liefhebbersstukken. Voor Emile werd het steeds moeilijker om op
tijd geld over te maken naar de beide heren. In 1932 bij de uitgave van het laatste
boek Dolores van Algernon Charles Swingburne liep het spaak. Zijn schulden wa
ren zo hoog opgelopen, dat hij zijn duurbetaalde verzameling eerste drukken en
bijzondere uitgaven moest laten veilen. Door de economische crisis in de dertiger
jaren bracht de veiling echter maar weinig op. Het gevolg was, dat zijn moeder
noodgedwongen bij moest springen en de kosten voor het maken van het boek
betaalde. Emile werd onder curatele gesteld. Hij kreeg een maandgeld toege
zegd, op voorwaarde dat hij naar een betrekking zou omzien. Toen dat niet direct
lukte vroeg Emile aan Stols, of hij bij hem als typograaf in de leer mocht gaan en
dat gebeurde. Emile heeft er ongeveer twee jaar gewerkt en blijkbaar met veel
plezier. Hij zag echter in de loop van zijn tijd daar wel in, dat in dit werk niet zijn
toekomst lag. Hij besloot zijn rechtenstudie weer op te pakken. In september 1936
schreef hij zich aan de Groningse Universiteit in en in november van hetzelfde jaar
deed hij al zijn kandidaatsexamen (cum laude). Zijn belangstelling voor boeken
had hij echter geenszins afgezworen. Al kon hij niet meer op grote schaal boeken
kopen, zijn hart bleef bij de literatuur. H. de la Fontaine Verweij, die in die tijd als
conservator op de Groningse universi-
teitsbibliotheek werkte, vertelt in zijn
'Herinneringen van een bibliothecaris',
dat Emile een vaste bezoeker was van de bibliotheek. Hij had Emile
vaak gesproken, nooit over juridische, maar altijd over literaire
zaken. In maart 1940, kort voor de bezetting van ons land door de
Duitsers, slaagde hij voor zijn doctoraal examen (cum laude). Hij
mocht zich van nu af meester in de rechten noemen. Daarop volgde
een periode in Groningen, waarin hij zich met zijn proefschrift2
moet hebben beziggehouden.
Maar onder het gezag staand van de Duitse betzetter werd het wel duidelijk, dat het steeds minder prettig
werd om aan de Groninger universiteit te werken. De bezetter en de NSB begonnen zich steeds meer met de
universiteit te bemoeien. Nationaalsocialisten werden ondanks verzet tot hoogleraar benoemd. In verband met
het wegblijven van hoogleraren en studenten bij de inauguratie van een nationaal-socialistische hoogleraar
werden de studentenarts dr. W. Hoek en vijf studenten opgepakt en op transport gesteld. Dr. Hoek overleed in
een concentratiekamp. Eind 1941 stond de Groningse Universiteit er niet al te best voor. Na de uitsluiting van
de Joodse studenten en docenten, de opheffing van de studentenverenigingen en het verdwijnen van het blad
Der Clercke Cronicke bleef er alleen een kale universiteit over. De Duitsers probeerden de universiteit steeds
meer in te schakelen in de Duitse economie. Daarnaast wilde de NSB eindelijk wel eens de macht op de univer
siteit in handen krijgen en het departement probeerde de restanten van de lokale autonomie uit te bannen.
Geen goede omgeving om je met de doctoraal studie bezig te houden.
Emile van der Borch en het verzet
Volgens een vermelding in de 'Systeemkaarten van verzetsbetrokkenen' van het Oorlogs- en Verzetscentrum
Groningen (zie hierboven) zou Emile van der Borch zich bij het universiteitsverzet hebben aangesloten. Maar
behalve de vermelding op de afgebeelde kaart blijkt dat verder nergens uit. Mogelijk werd hem in 1942 de
grond in Groningen te heet onder de voeten, waarop hij in 1942 naar Amsterdam verhuisde. Daar dook hij op
bij De la Fontaine Verweij.
De la Fontaine Verweij die Emile, zoals eerder vermeld, goed had leren kennen tijdens diens studietijd in Gro
ningen, schreef hierover: "Toen ik in 1941 naar Amsterdam verhuisde om daar de leiding van de UB3 over te
nemen, had ik Emile geheel uit het oog verloren. Het was dan ook een volkomen verrassing, toen hij in het
voorjaar van 1942 ineens voor mij stond. Hij vertelde, dat hij op kamers woonde in de Van Breestraat en zocht
naar een betrekking, die hem ervoor vrijwaarde in Duitsland te werk gesteld te worden. Het ging er vooral om
een officieel stuk papier te hebben (een 'Ausweisz'), waardoor het mogelijk was rustig over straat te lopen.
Het enige wat ik hem kon bieden, was een post als volontair."4 En die functie nam Emile aan en zijn 'Ausweisz'
kreeg hij uiteindelijk ook.
Maar hij heeft er niet veel plezier van gehad. Niet veel later, op 11juni 1942, kreeg De la Fontaine Verweij een
From a friend of the
illustrator* and printer^
Frontpagina van het boek
Dolores met een houtgravure
van John Buckland Wright. In
de afbeelding zijn de drie raven
uit het wapen van Emile van
der Borch verwerkt
etc.: 142/7 J yas? fi/Z/z#? /Z. /E
en: ,e -^4.7*7*3 Kerk: P0li,iek:
/'Zres'-é
/pP /4^-C éy? S&S7-