Hij volgde er onderwijs aan het Nederlandse lyceum
te Glion bij Montreux. Terug in Nederland rondde hij
zijn schoolopleiding af aan het Christelijk Lyceum in
Zeist, waar hij in 1929 eindexamen deed. Daarna liet
hij zich als student in de rechten inschrijven aan de
Leidse Universiteit.
Daar bleek al gauw zijn literaire begaafdheid. Hij werd
redacteur van het studentenblad Virtus Concordia
Fides. Hierin verschenen zijn eerste gedichten. Naast
gedichten kwamen er in de periode 1930-1933 van
zijn hand ook proza boekbesprekingen in het blad.
In 1931 deed hij zijn intrede in de 'officiële' literatuur:
in het novembernummer van het poëzietijdschrift
Helikon verscheen zijn gedicht 'Sonnet; in de daarop
volgende jaren volgden er nog zeven in het blad. Van
studeren kwam bij hem niet veel meer terecht. Literatuur en bibliofilie hadden hem in hun greep.
Volgens zijn broer Paul was in de jaren 1929-1933 een zekere oppervlakkigheid en ledigheid mode onder de
studerende jeugd uit de beter gesitueerde klasse. Emile onderging hiervan ook enige invloed. Zo koos hij in die
tijd zelfs af en toe voor een kort bohémienachtig leven in Parijs. Daar gaf hij in korte tijd al zijn geld uit en moest
hij op een gegeven ogenblik al zijn in Parijs gekochte eerste drukken en dergelijke verkopen, om te kunnen
leven. Zijn gedicht 'Sonnet' zou uit die tijd kunnen stammen.
Sonnet
Een lichte zaal met bloedroode guirlanden
en achterin 'tgedrein van een orkest, -
een cabaret heet dit. Men drinkt en danst er 't best
na middernacht, als 't leven alle andren
naar regelmaat gekweld heeft en naar bed gepest, -
maar wij hebben ons tegen slaap vermand,
en van vale dag gewend tot feller stranden,
en onze heete droom aan moezel weer gelescht.
Ik kijk in oogen die zich tot mij keeren,
langzaam en diep blijven zij aan mij hangen, -
En naar profielen die strak langs mij schouwen
om plotseling mijn drieste blijk te vangen,-
ik denk hoe clowns hier worden tot voorname heeren,
en boerenmeisjes tot mondaine vrouwen.
In de jaren 30 heeft Emile kennis gemaakt met
Alexandre A.M. (Sander) Stols uit Maastricht, redac
teur van Helikon. Stols was een bekende uitgever
van goede boeken. Hij gaf onder andere de boeken
uit van A. Roland Holst, J.C. Bloem, E. du Perron, A.H.
Nijhoff, J. Greshoff. Volgens kenners was hij een 'boek
verzorger van formaat, een liefhebber van het mooi
uitgevoerde boek. Voor hem was een boek een kunst
werk, geen brok leesvoer. En zo iemand waardeerde
Emile. Hij verzamelde zelf graag goedverzorgde
boeken en gaf daar ook behoorlijk veel geld aan uit.
Geld, dat hij echter niet in overvloed bezat, al dacht
Stols dat in eerste instantie wel. Emile moest in die tijd
leven van een maandgeld. Daarnaast had hij nog een
legaat van zijn grootvader. Emile ging echter onbekom
merd met het geld om. Hij kocht niet alleen kostbare
Moeder Line van der Borch-Voute met de vijf oudste kinderen.
Emile is de jongen met de bril. Foto particulier archief
Arthur Rimbaud
Mcm.xxxi
Het eerste boekje van Emile: Deux poèmes van Arthur Rimbaud
met een houtgravure van Buckland Wright en het logo van Emile:
drie raven op een schild