Een Oostenrijkse soldaat in oorlogstijd
stiekem op bezoek bij zijn tante in Lochem
familierelaties en adressen zijn uitgewisseld.
De brief is, blijkens de banderol aan de bovenkant van
de linker afbeelding, geopend door een geallieerde
censor en die heeft de brief, blijkens het "Retour"
door de adressering op de linker afbeelding, terug
gestuurd. Tante Gerda heeft de brief dus terug gekre
gen, zonder dat die op de plaats van bestemming is
geweest.
PreGlau/Preslau in de brief genoemd, is het tegen
woordige Wroclaw in Polen
Blijft natuurlijk de vraag hoe het de man van Hilde-
gard Losse is vergaan.
Een kleine zoektocht via het internet leverde via de
Gemeindezeitung der Evangelischen Johannes Kirchen-
gemeindeRemscheid uitgave 2006-2 mei-augustus, op
dat Edith Hildegard Losse geb. Krengel, BuchenstraGe
9, op 90-jarige leeftijd in Remscheid is begraven; wat
natuurlijk nog niet duidelijk maakt of het hier om de
zelfde persoon gaat, en ook nog niets zegt over haar
man.
Stargard ligt tegenwoordig in Polen en de Memelweg
(sector F5 op de kaart van Stargard van 1945) heet nu
Szymona Konarskiego.
De toenaderingspoging is dus op niets uitgelopen,
maar ik vind het feit vermeldenswaardig. Net als het
vermoeden dat een Canadees nog steeds het dubbel
loops jachtgeweer heeft, dat mijn grootvader van de
baron Van Nagell had gekregen, en dat hij heeft mee
gepikt uit het verlaten huis aan de Spoorlaan, omdat
de familie daar weg moest vanwege het in de lucht
laten vliegen van de brug over het Twentekanaal. Tja,
aan elk verhaal zitten ook altijd andere kanten.
Maran Olthoff
Mijn Oostenrijkse neef Alfred Fürst (Wenen 1925, zijn moeder en mijn moeder waren zusters) werd
op 15 augustus 1943 opgeroepen om dienst te nemen in het Duitse leger.
Hij werd naar een kazerne in Ede, Nederland, gestuurd voor een opleiding bij de marine. In Ede
ging het volgens hem nogal soepeltjes toe. De manschappen kregen onnodige opdrachten en of
die nu uitgevoerd werden, interesseerde ze niet. 's Morgens op appel werden de namen omgeroe
pen en dan moest ieder "Hier" roepen bij zijn naam. Ze probeerden uit of dat ook lukte als iemand
anders "hier" riep.
Dat lukte en zo besloot Alfred er illegaal tussenuit te knijpen om zijn tante - mijn moeder - in
Lochem te bezoeken. Hij ging tussen de Nederlandse passagiers in de trein zitten en hield zijn arm
zodanig voor de goudkleurige knopen van zijn donkerblauwe jasje dat je ze ziet zag.
Hij heeft het mij eens voorgedaan, waarbij hij bijna ineengedoken zat.
Mijn moeder was vlak na de Eerste Wereldoorlog via het Rode Kruis in Nederland gekomen. In We
nen heerste armoede en honger, en mijn grootmoeder vond dat haar dochter maar in Nederland
moest blijven.
Alfred kwam op de Bosweg bij mijn moeder, die alleen was met de kinderen. Het was november
1943, ik was 15 maanden oud, mijn broer pas geboren.
Fred schreef in zijn memoires:
"Ze gaf me thee en chocolademelk. Toen ik het derde koekje nam zei ze ontdaan: 'Neem je er zo
veel?' Ik had niet in de gaten dat ze honger leden. Toen ik nog een keer naar mijn tante ging, nam ik
een weckpot vol reuzel mee. Ze huilde van blijdschap. Op de terugweg ben ik in de verkeerde trein
gestapt. Daarom keerde ik maar terug naar mijn tante. Het was al laat en er reed niets meer. Ik ben
blijven slapen en zij was bang omdat er een vijand bij haar overnachtte. Ze zei dat de mensen wel
wisten dat ze een neef in Wenen had. Met een onbehaaglijk gevoel reisde ik terug naar de kazerne.
De truc met het 'hier' roepen was feilloos gelukt. Iemand anders heeft het voor mij geroepen.
De Hollanders maakten een groot onderscheid tussen Duitse en Oostenrijkse soldaten."