Een
andere kant
Henk W. Oldenmenger
Laat ik er van het begin geen misverstand over laten bestaan: er is over de houding van de Duitsers
in WO II hoegenaamd niets positiefs te melden, integendeel. Toch kwam ik een heel klein lichtpuntje
tegen, zo klein en uitzonderlijk dat ik het niet kan nalaten het met U te delen.
4
Mijn grootouders woonden tijdens de oorlog aan de
Spoorlaan in Lochem, nadat ze in de jaren daarvoor in
het tuinmanshuis van kasteel Ampsen hadden ge
woond. Opa Swanink was op het landgoed van de fa
milie Van Nagell zowel tuin- als bosbaas en gedurende
enige tijd ook nog onbezoldigd bos- en veldwachter.
Hij was de vader van mijn moeder Okje en mijn tante
Gerda. De laatste kennen veel oud-Lochemers onge
twijfeld: zij was de laatste gemeenteontvanger bij de
gemeente Lochem; bij haar betaalde je toentertijd de
hondenbelasting en zij tekende de contracten bij de
notaris als je bouwgrond van de gemeente kocht. Zij
was van 1919 en is in 2005 in Warnsveld overleden.
Tussen de papieren van tante Gerda vond ik het hier
bij afgedrukte papier.
Geachte mevrouw Losse,
Het was in januari 1945 dat twee Duitse militairen bij ons
aankwamen om zich te verwarmen bij de kachel. Er lag
toen veel sneeuw en het was zeer koud.
Ze moesten naar Preslau om er een vernielde machine
naar toe te brengen.
Ze bleven de hele namiddag bij ons en praatten heel
gezellig.
Een van hen was Uw echtgenoot.
Nu het vrede is zouden we graag willen weten of hij er
goed doorgekomen is en hoe het hem nu gaat. Wilt u
ons dat alstublieft meedelen?
Afgezien van het her en der wat minder gelukkige
Duits is de inhoud en de entourage nogal opvallend,
om een aantal redenen.
De brief is gedateerd op 26 oktober 1946, anderhalf
jaar na de oorlog, waarin Gerda een geliefde neef
heeft verloren, die als dwangarbeider in buurt van
Kassel om het leven is gekomen.
Bovendien is het woonhuis aan de Spoorlaan bij het
springen van de brug over het Twentekanaal zwaar
beschadigd geraakt. Het is dan ook nogal treffend
dat ze benieuwd is naar het wel en wee van een
voormalig bezetter. Kennelijk was het onderhoud op
die bewuste januari namiddag van dien aard dat er
A-0&4A/o A
Ëj* war- Jïoc.nu4.r /qt/s~ ou/A zwq-è de u-Arc-Ao^?
drrZ.fr B/7 z-u. ic/vr Ëa.r>ie.~, ut* r fa A zu,
L tfr $^e.r7, la-<? j viel Jttlnec 'ff' d
£S Xe/,/- ie 1
fee, ld.1er, h« /y f' t l s i'a_ t< zu_, j e/iet?' '-f'
-GxXléirle *la. a i,ii /~V r/hy e
fve, lli tier, dóe y«t" t //eed, tn.il/a_j lei u„s 'ind
rex/e.te„ hecli J Cfr, ót U o h
Ec er yo*^ ihhzn *so~r JËvrz.r~ fagotti**.
ffun 'dot~ /r<- êo'e« c/<z. 6/> -franco.tA/Cr QW/J& tyLrfe*?
'6 £r J li£ c/L*J~qA}^q(dotrih-> C i e <T CfjT, Je.il.A
'1+he.
focli-è. yVo U<L„ Ac ifrS! c/cLS- frtJl-liQ.Llz.hi
Unsro. /JdrzjAZ tj>fc
Jmilcek IV. 5wanink'
A fnf^sc n
jiojl loü-lenn
do 11 a. nd,
0] if ierten 1-J'*_enr
■S'VX(1 .1 1