Oorlogsherinneringen uit Rotterdam
en Lochem
Bertus Frank1
In december 1940 verhuisde de toen 11-jarige Bertus Frank (1928-2016) met zijn ouders en zusje
naar Lochem. Zijn vader was werkloos geraakt bij het bombardement op Rotterdam en kon door
bemiddeling van zijn broer in Lochem aan de slag. De kleine stadsjongen beleefde de oorlogsjaren
intens en moest door de bijzondere omstandigheden al heel jong aan het werk, direct na de lagere
school. In zijn niet voltooide herinneringen doet Bertus verslag van zijn belevenissen tijdens de
bezetting2. Enkele van de illustraties zijn afkomstig uit een schetsboek met daarin tekeningen van
Bertus en zijn vader Cornelis, daterend uit de vroege oorlogsjaren.
Mei 1940
Zaterdag 14 mei kwam het bombardement. Een hels
lawaai, alles trilde. De meeste bommen kwamen op
de binnenstad. Hier en daar bij ons in de buurt wer
den ook huizen getroffen en stonden er straten in
brand. In één van de huizen in een straat, waar we
eerst gewoond hadden, was een brandbom binnen
gekomen door het raam. De mensen durfden er niet
in om hem te doven. De halve straat brandde toen af.
Op de huizen in de straat achter ons viel een voltreffer,
een zeer zware bom. Vier woningen werden met de
grond gelijk gemaakt.
Later ben ik de stad in gegaan om te kijken naar de
bluswerkzaamheden. Bijzonder was dat er brand
weerwagens uit Bremen en Hamburg kwamen om te
helpen blussen.
Na de overgave van Rotterdam begon men al gauw
met het puinruimen. De Schie werd met puin vol
gegooid. Dit werd later een verkeersweg. Een vreemd
gezicht zo'n platgegooide stad. Een half jaar later
wilde graag overgaan op luxe lederwaren, zoals tas-
sen, portemonnees, riemen en dergelijke. Mijn oom o
gaf onderricht in leer bewerken en hielp Van Winsen
de zaak op te bouwen. Omdat mijn vader vroeger ook
in de leerbewerking zat was dat mooi meegenomen.
Naar Lochem
Hij ging al spoedig naar Lochem en was bij oom en
tante in de kost. De bedoeling was om ons later naar 1
brandde het nog in de kelders van een tabaksfabriek.
Ze hadden de opgeslagen tabak laten uitbranden. Van
afstand kwam de warmte je tegemoet. Onze familie is
er gelukkig goed onderuit gekomen. Maar hoe moes
ten we nu verder? Mijn vader zat zonder werk en er
was natuurlijk geen inkomen.
Hij schreef naar zijn broer, mijn oom Bertus, die in
Lochem woonde met zijn vrouw To. Of er daar soms
werk voor hem was. Oom Bertus schreef dat er in
Lochem werk genoeg was. Zadelmakerij Van Winsen
Bertus op 11- of 12-jarige leeftijd.
Bertus Frank in 1943, op 15-jarige leeftijd.