Akkie was de muze van Tinus. Hij heeft haar vele malen afgebeeld, al dan niet voorzien van haar naam. Hier een paar voorbeelden. Een avontuur van Don Quichot de la Mancha Met Greshoff raakte hij nader bevriend. Deze heeft mogelijk ook een rol ten aanzien van de latere verhuizing van Tinus en Annie naar Ukkel gespeeld. Met Slauerhoff moet hij ook nader contact hebben gehad, want tussen de nagelaten spullen van deze schrijver werd een onafgemaakt gedicht gevonden, waarbij Tinus van Doorn eerst in 1925 en later nog een keer in 1935 een schilderij blijkt te hebben gemaakt. Tinus moet dus van het gedicht op de hoogte zijn geweest. Gedicht en schilderijen zijn waarschijnlijk nog niet eerder samen te zien geweest. Eerste couplet van het nagelaten gedicht van Jan Slauerhoff: Zij rijden strak en stil op d'einder aan, In plechtige aanbidding opziend naar de maan, Die grillig soms een draak maakt uit een schuur, Maar doet daar bij hun droevige figuur, Met lichteffecten handig aangebracht, Het schilderij uit 1925 doet wat grappig aan, terwijl dat uit 1935 een soort droefgeestigheid en beklemming uitstraalt. Dat heeft alles te maken met de verandering van gemoedstoestand van Tinus in latere tijd. In zijn schilderijen was Tinus een man van kleuren, die gebruikte hij als draagster van gevoelswaarden, zodat hij kon uitdrukken wat hij van binnen voelde. Dat is goed te zien op de volgende schilderijen van hem, alle uit het jaar 1934 (dus uit de Barchemse tijd). Als reuzen rijzen uit den grondigen nacht. Oogst 1934 Tinus en Akkie 1934 Boerenjongetje 1934 Rode stier 1934 1925 1935 Plantster (Akkie) met kruiwagen 1938, op de achtergrond de Pondok Akkie met geitje 1935 Akkie 1938 Naakt (Akkie) met vogel 1932

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2020 | | pagina 12