I 12 Kortom, kapitein Guillermo was dus geen kleine jongen. Beter dan Francisco, die, zo wil het verhaal, als stal knecht bij de Graaf van Mansfelt begon en later diens dochter trouwde. Oké, dat was een verhaal uit de negen tiende eeuw, ook bekend als het tijdperk van de romantiek. In werkelijkheid nam vader Francisco dienst als piekenier en vocht hij zich letterlijk omhoog. Hij werd heel populair bij Margaretha van Parma door de hard vochtigheid waarmee hij de calvinistische ketters behandelde. Zijn eerste grote functie was stadscommandant van Haarlem. Daar pikte hij een Nederlands meisje op, Esther van Dijk. Ze kregen een zoon en dat was Guil lermo. Geen wonder dat Guillermo goed Nederlands sprak!5 En dan doet Guillermo voor het eerst van zich spreken: Spinola liet een garnizoen van 1500 man achter in Oldenzaal en benoemde Guillermo Verdugo tot commandant ervan. Maurits schreef intussen aan de Raad van State dat hij geld nodig had om Doesburg, Zutphen, Grol en Bredevoort te versterken, een boog van vestingen om Oldenzaal en Lingen. Hij schreef ‘Dat dit kwartier in het bijzonder het aambeeld is, waarop de oorlog thans gesmeed wordt.7 Spinola onderschepte de brieven van Maurits, maar dat schrikte hem niet af. Hij besloot Brede voort bij verrassing in te nemen. Dat klusje werd aan de jonge Guillermo opgedragen die zijn troepen met een boog om Groenlo voerde en in de buurt van Bredevoort zijn tenten opsloeg, in afwachting van Vastenavond. Om Bredevoort te verrassen had hij de hulp ingeroepen van een Franse petardier, Du Terrail, een vuurwerker, zoals dat in het Nederlands heet. De Fransman meldde zich in het schemer bij de poort, riep de wacht en zei dat hij achtervolgd werd door Spanjaar den omdat ze een Spaanse officier gevangen hebben weten te nemen. Snel, open die poort. Dit is een tijd dat er nog geen uniformen gebruikt worden: al die buitenlandse soldaten leken op elkaar. Guillermo Een generatie later verging het Guillermo Verdugo niet veel beter. De Spaanse veldheer Spinola nam hem in 1605 mee op zijn veldtocht, die dezelfde route volgde: Lingen, Oldenzaal, Lochem... 5 Jan van de Broek, Voor God en mijn koning: het verslag van kolonel Francisco Verdugo overzijn jaren als legerleider en gouverneur namens Filips II in Stad en Lande van Groningen, Drenthe, Friesland, Overijssel en Lingen (1581-1595), uitgeverij Van Gorcum, 2009. 6 Van den Broek, Voor God en mijn koning, 119. 7 Brief van de gedeputeerden van het Graafschap Zutphen aan de Staten Generaal. ARA, toegang 1.01.04 Inv.nr. 4912 Gedateerd 6 februari 1606 Ontvangen 21 februari 1606: Dat dit quartier insonderheit het anbelt is, daerop die orloghe altohans gesmedet wort. Francisco Niet zo romantisch, maar wel verhelderend. Guillermo is dus de zoon van Francisco, geboren in 1574. Pas na diens geboorte maakt vader Francisco de bliksemcarrière, die hem uiteindelijk stadhouder van Friesland en Groningen maakte. Heel gelukkig was die loopbaan niet: Francisco had moeite om zijn soldaten te betalen en los daarvan was zijn tegenstander, Willem Lodewijk van Oranje, de broer van Maurits, een uiterst gewiekst veldheer. Verdugo zat voortdurend in het defensief en om zich te verdedigen tegen critici aan het Spaanse hof schreef hij een soort dagboek. Daarin wordt ook het beleg van Lochem beschreven.6 Omdat Francisco geen geld had om zijn troepen te betalen concentreerde hij zich op de voor hem essentiële aanvoerroute naar het zuiden. Dat had het voordeel dat de troepen in Gelre van het land konden leven en dus het gebrek aan soldij minder nijpend was. Onderdeel daarvan was dat er een eenheid benoorden Lochem kwam te liggen om daar het huis van een edelman te beschermen. Hij zegt niet wie. De troepen daar verhinder den de bevolking van Lochem om het graan te oogsten. En zo kwamen ze erachter dat Lochem weinig voor raden had. Dat draaide uit op het beleg van Lochem in 1582, al had Verdugo daartoe helemaal geen opdracht gegeven. Maar die liet zijn troepen begaan. Vanuit Lochem lag de weg naar Keulen open en daarmee de route naar Italië, waar de Spaanse troepen en ook zijn geld vandaan moesten komen. Ook vanuit Groningen had men belang bij een handelsroute naar het zuiden. We weten allemaal hoe dat afliep: de Staatsen verdrongen Ver dugo en zijn Spanjaarden bij Lochem. Het punt is dat de Staatsen zich realiseerden dat zonder Lochem Zutphen en Deventer niet te verdedigen vielen. Verdugo kreeg dus onverwacht een overmacht over zich heen en moest zich wel terugtrekken, ook al omdat hij geen versterking kreeg en geen geld. Maar bij het Spaanse hof werd de Lochemse kwestie Verdugo erg kwalijk genomen. Hij had niet zomaar, zonder toestemming, een belegering mogen beginnen, vond men. Het was zijn schuld dat Spanje er zo slecht voor stond. Dat is de reden dat Francisco Verdugo zijn memoires schreef. Had men hem geld gestuurd of troepen, dan was het allemaal heel anders gelopen. Nu behielden de Spanjaarden slechts Groenlo, Oldenzaal en Lingen. Maar het is leuk om zijn kant van het verhaal te horen. Of het ook echt zo gegaan is? Het is een tijd waarin de snelle beslisser nog wel eens grote winsten kon behalen. Misschien heeft Verdugo inderdaad de verleiding niet kunnen weerstaan.. o zr o 3 o VO UJ

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2019 | | pagina 16