7
i 18
7
's Middags genoten we van een overdadige lunch,
zoals alle eten en drinken tijdens het bezoek overdre
ven goed was. De Nederlandse vrienden werden in de
watten gelegd op een manier, die ver af stond van het
gewone leven in de DDR. Na het middagmaal bezoch
ten de Lochemers het "Lehrer Institut", de pedagogi
sche academie van Ballenstedt. Naast iedere Loche-
mer zat een leerling of een leerkracht. We luisterden
er naar de directeur, die een aardige toespraak hield
en spraken tussendoor met onze tafelgenoten.
De Gummi Werke waren ons volgende doel. We ont
moetten directeur Stöckl, bekeken de fabriekshallen
en gingen aansluitend naar het ontspanningsterrein
van de Gummi Werke. Daar konden we zien, dat de
zorg van de fabriek voor zijn arbeiders verder ging
dan de acht werkuren per dag, die in de fabriek wer
den doorgebracht.
Bezoek aan de Evangelische Gemeente
Burgemeester Baender en partijsecretaris Wolf verge
zelden ons op vrijwel al onze tochtjes en ontmoetin
gen. De enige uitzondering was een gemeente-avond
van de Evangelische Gemeente in Ballenstedt op don
derdagavond. Een viertal Lochemers, waaronder ik
zelf, had een verhaaltje voorbereid over een bepaald
aspect van het kerkelijk leven in Lochem. Als jongste
van het gezelschap zou ik iets vertellen over de zon
dagsschool en de catechisatie. Ik was nerveus, toen
ik mijn verhaal in het Duits moest doen ten overstaan
van zo'n 60 mensen, die naar de bijzondere gemeen-
teavond waren gekomen. Ik hoop dat mijn verhaal
enigszins is overgekomen. Het was een bijzondere
avond, die liet zien dat het geloof in God mensen kan
samenbinden.
Bijzondere contacten
De volgende dag stond een excursie naar een kasteel
in de Harz en een bezoek aan een kerk in Quedlin-
burg op het programma. Ik voerde wat belangeloze
gesprekken met lieden als de partijsecretaris Wolf
en gemeentesecretaris Frau Mingram, die mij niet
bovenmatig boeiden. Het pseudo-officiële delegatie-
gedoe begon me tegen te staan. Tot echt persoonlijke
gesprekken kwam je vrijwel niet. Daarvoor liet het
programma geen ruimte en bovendien was je voort
durend als groep bezig. Dat betekende dat er altijd
mensen waren, die meeluisterden. Het gaf me het
gevoel opgesloten te zijn in een collectief protocol.
Een enkele keer ontsnapte ik er aan, zoals op vrijdag
avond, toen ik in gesprek raakte met Paul Wegener. Hij
was een telg uit een Ballenstedtse fabrikanten-familie.
Toen de oorlog voorbij was lag hun fabriek in puin en
Ballenstedt lag in het deel van Duitsland, dat door de
Russen bezet was. Het was moeilijk voor de familie
Wegener om het bedrijf weer op te bouwen. Als fabri
kant stond je in de ogen van de Russen en hun Duitse
communistische handlangers al bij voorbaat aan de
verkeerde kant. Pauls broer en zus zagen het niet
meer zitten in de Oostzone en vertrokken naar het
Westen. Maar voor Paul Wegener was Ballenstedt zijn
thuis en daar zou hij blijven. Hij verdween voor een
jaar achter de tralies, maar kreeg wel de belofte dat
zijn familie het bedrijf mocht houden. Dat was heel
wat, want in veel gevallen werden bedrijven meteen
onteigend. Nadat hij uit de gevangenis was ontslagen
kreeg hij de leiding van het bedrijf terug. Met een
handjevol mensen begon hij aan de wederopbouw
van de fabriek voor technische meetapparatuur. De
DDR-overheid stond het toe, maar dat dreigde te
veranderen toen het bedrijf weer op poten stond. Er
ging toen een golf van onteigeningen door de DDR,
de eerste fase van het proces om de kapitalistische
maatschappij om te vormen tot een socialistische
samenleving. Het bedrijf van de familie Wegener in
Ballenstedt bleef goeddeels buiten die onteigenings-
golf, ook omdat veel meetapparatuur naar de Bonds
republiek, Frankrijk en andere landen in West-Europa
ging. Dat was zeldzaam voor een bedrijf in de DDR en
maakte dat de staat voorzichtiger was met onteige
nen. Rond 1960 werd de staatsinvloed in het bedrijf
sterker en toen ik in april 1968 met Paul Wegener zat
te praten, was zijn familie het eigendomsrecht vrijwel
Inge Fuchs en Peter Meijer waren mijn gespreks
partners in het Lehrer Institut.
Gezicht op Quedlinburg in april 1968.
D
i“
=r
n>
3
o
KO
Z5
W
v - -
-- T: