29. Lochemsebrug, 1948-1949
In de Tweede Wereldoorlog kregen de verschillende betonnen
bruggen over het Twenthekanaal het zwaar te verduren. Ook
de Exelsebrug en de Lochemsebrug, de markante uit 1931-1932
daterende betonnen boogbruggen bij Lochem, werden ver
woest. De Exelsebrug werd in iets vereenvoudigde vorm in beton
hersteld, maar ter hoogte van de Stationsweg kwam een stalen
vakwerkbrug te liggen. De brug werd in 1948-1949 gebouwd. De
vakwerkbrug ontleent zijn dragende vermogen aan een stalen
vakwerkconstructie aan beide zijden van het wegdek. Die stalen
constructie is opgebouwd uit vormvaste driehoekige delen, die
de constructie de noodzakelijke stevigheid geven.
27. Goorseweg 13, silotoren, circa 1950
Een baken in het landschap is deze hoge silotoren, die in de
naoorlogse periode werd gebouwd door de afdeling Technische
Dienst van de Coöperatieve Aan- en Verkoopvereniging
"Centraal Bureau van het Nederlandsch Landbouw-Comité" G.A.
te Rotterdam. De toren staat strategisch langs de belangrijke
rijksweg naar Twente én aan het Twentekanaal, waar de overslag
plaats vond. Het imposante gebouw heeft een uiterst functionele
en moderne opzet en bestaat uit een in de buitengevels zicht
baar gelegen betonskelet. Markant zijn de grote stalen roeden-
ramen in het bovenste deel van de toren. De vullingen zijn van
baksteen en licht gepleisterd. Het gebouw is een mooi voorbeeld
van de grootschalige modernisering van de agrarische sector na
de Tweede Wereldoorlog.
28. Mogezompsebrug, 1957
De Mogezompsebrug over het Twentekanaal is tijdens de
Tweede Wereldoorlog verwoest. Het heeft vele jaren geduurd eer
er weer een vaste oeververbinding kwam. Tot 1958 was er een
eenvoudig pontje, dat vooral werd ingezet om de schoolkinderen
uit de Armhoede, die naar school gingen in Nettelhorst, over te
zetten. In 1957 werd begonnen met de bouw van een nieuwe
vaste brug, een stalen brug met een betonnen rijdek.
30. Larenseweg 19-33, eengezinswoningen, jaren 50
In 1952 en 1953 werden aan de Larenseweg in twee bouwfasen
12 geschakelde eengezinswoningen gebouwd, in twee blokjes
van drie en drie blokjes van twee. In de bouwvergunning wordt
gesproken over de bouw van arbeiderswoningen. De woningen,
vermoedelijk een ontwerp van architect Veeze, oogden destijds
heel modern door de flauw hellende en boven de voor- en achter
gevel iets opgewipte zadeldaken en de wit geverfde muurdelen,
die ze de huizen een fris aanzicht geven. Het ontwerp valt op
door de kleurcontrasten en de zorgvuldig over de gevels ver
deelde vensters, in verschillende vormen en afmetingen. Steeds
terugkerende details zoals de bakstenen schoorstenen, de verti
cale bakstenen hoekdammen en de vensters brengen ritme in het
gevelbeeld.