De eerste pogingen tot een bemande ballonvaart vanuit Amsterdam op 4, 5 en 6 juli 1804
In 1804 besloten de heren Hopman en Loude zelf een luchtreis te gaan ondernemen. Ze besloten in plaats van
papier dit keer tafzijde voor de bouw van de ballon te gebruiken, omdat dit veel sterker is. Verder was de werk
wijze hetzelfde. Stroken werden geknipt en aan elkaar gelijmd en daarna werd het geheel gelakt met vernis,
aangelengd met 'Gum Copal' en 'Elastieke Gum van Cayenne'. De ballon had waarschijnlijk een doorsnede van
9,5 meter.
Ze kondigden hun plan aan in de Amsterdamsche Courant. Door het tentoonstellen van hun ballon, die ze de
naam 'Lust tot onderzoek' hadden gegeven, hoopten ze voldoende geld bijeen te krijgen voor uitvoeren van
hun plan. Het kostte zes stuivers om de ballon te mogen bezichtigen. Ook kon men voor f 3,- intekenen ter
ondersteuning van het plan. Maar daar deden te weinig mensen aan mee.
Ondanks het tekort aan inkomsten besloten ze toch maar tot de luchtreis over te gaan. De publiekelijke opstij
ging zou op 4 juli 1804 in Amsterdam plaatsvinden. Maar omdat het die dag te sterk waaide werd de gebeurte
nis uitgesteld tot de volgende dag. Op 5 juli 1804 zou de ballon om vijf uur 's middags opstijgen achter herberg
Bramenburg aan de Overtoomseweg. Daar kwam ontzettend veel publiek op af. Voor de handhaving van de
orde werd de hulp van militairen ingeroepen.
's Morgens al heel vroeg waren Hop
man en Loude begonnen met het
vullen van de ballon. Loude had deze
dag de leiding. Maar het lukte maar
niet om voldoende gas in de ballon
te krijgen. Men bleef het gedurende
de hele dag proberen. Later bleek dat
er ergens een scheur in de ballon zat,
waardoor het ingebrachte waterstof
gas weer ontsnapte. 's Avonds werd
door Loude bekend gemaakt, dat
het die dag niet meer doorging. Men
moest de volgende dag maar terug
komen. Dan zou om 12 uur de ballon
omhoog gaan.
Ook deze volgende dag was er weer
veel publiek. Er werd omgeroepen,
dat de ballom om 5 uur 's middags
zou opstijgen.
Hopman had nu de leiding. Hij kreeg
het voor elkaar dat er die dag meer
waterstofgas werd aangemaakt dan
de vorige dag. Maar er was de vo
rige dag teveel vitriool verbruikt. De
ballon was nu wel behoorlijk gevuld,
maar door het tekort aan vitriool niet
voldoende voor een bemande vlucht
door twee personen. Omdat het publiek erg rumoerig werd besloten ze om dan maar één persoon in te laten
stappen. Misschien ging dat wel. Maar ook met Hopman alleen kwam de ballon niet van de grond. Het schuitje,
dat onder de ballon bevestigd was om in te kunnen zitten, werd vervangen door een wieg, maar deze was niet
sterk genoeg. Toen probeerde men het met een wijnmand. Deze was wat sterker, maar de ballon kreeg men
nog niet los van de grond. Hopman trok daarop zijn jas uit, maar dat leverde nog geen stijging op.
Daarop werd besloten de ballon dan maar alleen een luchtreis te laten maken. Het gevolg heeft u gelezen in
het begin van dit artikel. De ballon dreef in oostelijke richting weg en is uiteindelijk een paar uur later in de
omgeving van Lochem aan de grond gekomen.
Na de luchtreis
De beide heren werden naar aanleiding van hun mislukte luchtreis in de kranten en tijdschriften destijds flink
bespot. Dat heeft vooral Abraham Hopman behoorlijk geraakt, nog afgezien van het feit, dat het hele gebeuren
hem ongeveer f 4000,- heeft gekost, een behoorlijk bedrag in die tijd.
MET JA.A.XL 2804.'//
Tweede spotprent n.a.v. de mislukte poging. Hier krijgt men enigszins de indruk,
hoe het vullen van de ballon met waterstofgas in zijn werk ging. De kinderwieg en
de wijnmand zijn ook zichtbaar en verder de gevaarlijke opstijgende gassen, die bij
de vulling ontsnappen. (1804 of 1805, door Daniël Veelwaard, collectie Rijksmuseum
Amsterdam).