geraakte in het water. Nadat hij uit de mand was geklommen, ging de ballon alleen verder en kwam uiteindelijk
tegen de avond in het bos van het buitengoed Bakkershagen bij Wassenaar aan de grond.
Abraham Hopman (1770 - 1832)
Hopman was, naast fabrikant in bont en wol, ook instrumentmaker. Hij was geboren in Leiden, had het poor
terschap van Rotterdam, maar ging na zijn huwelijk in Haarlem wonen. Daar kwam hij in contact met de in
Zwitserland geboren Louis Samuel Loude, die zich "Physisch en Maechanisch Instrumentmaker en Kunstenaar"
noemde. Beiden waren geboeid door de ballonvaart. Hopman had al een paar gasballonnen gemaakt en (onbe
mand) uitgeprobeerd. Deze ballonnen waren gemaakt van papier, dat in delen aan elkaar was geplakt tot een
ronde bol. Daarna werd de ballon gevernist om hem luchtdichter te maken. Het geheel werd overdekt met een
gevlochten touwwerk om een mand aan te kunnen bevestigen.
Er werd in de beginjaren van de ballonvaart gebruik gemaakt van twee methoden om een ballon te laten opstij
gen. De gebroeders Montgolfier maakten gebruik van een vuurkorf onder de ballon om deze door middel van
hete lucht te laten opstijgen.
Hopman maakte, net als de ballonvaarder Blanchard gebruik van waterstofgas voor het opstijgen. Daartoe
deden ze vitriool (zwavelzuur) en zink in vaten met water. Bij dit proces ontstaat waterstofgas, dat via een koker
de ballon binnen werd geleid.
INTGOt-f iER..
BLA-NCH*8.D,
2Rums?H£ DAW CS
Spotprent n.a.v. de mislukte ballonvaart. Op een vat 'zink' zit een notaris, bezig met het schrijven van de uiterste wil van de heren
Hopman en Loude, die halfgekleed naast hem staan. Hun vrouwen trekken zich ondertussen de haren uit het hoofd. Er achter staan twee
heren lootjes te verkopen aan de toegestroomde menigte. De ballon op de achtergrond wordt ondertussen in gereedheid gebracht. Het
schuitje waarin de luchtreizigers moeten plaatsnemen, hangt boven hen. (1804 of 1805, door Daniël Veelwaard, collectie Rijksmuseum
Amsterdam).